Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



84

Derde Tooneel.

Vorigen. Schoppenheer, Ruitenheer.

SCHOPPENHEER (Ruitenvrouw wegrukkend)

Wat, wilt gij wel mijn vrouw met vrede laten 1

RUITENHEER

(Schoppenvrouw wegrukkend) Wat, wilt gij wel mijn vrouw met vrede laten!

SCHOPPENHEER

Wat Ruitenheer, die handelwijs eischt bloed,

(trekt zijn zwaard)

RUITENHEER

Ei Schoppenheer, en d’uwe overmoed!

SCHOPPENHEER

Laat overmoed met overlafheid strijden,

Tot dat in ’t strijdperk blijve een van beiden!

(Allen strijdend af.)

Vierde Tooneel.

Schoppen Zeven, Jolly Joker. SCHOPPEN ZEVEN

(Hij heeft, verborgen liggend tegen een zuil, alles gezien)

Daar is de schooier weer — foei, wat een nacht!

Een vogel heeft zijn veeren en zijn nest,

Een roofdier heeft zijn hol, een mol zijn gat,

Maar ik, een zoon des menschen toch — ik zwerver,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.