81
SCHOPPENVROUW
Dat ’s dubbeld,
En ik, ik weet een helft... en nog een helft,
Dat is óók dubbel weten, — dubble helft,
Gevoegd bij ’t dubble van de Schoppenvrouw, Vierdubbeld weten wij het staatsgeheim.
RUITENNEGEN
(hij is tijdens het gesprek nader geslopen en heeft geluisterd)
En dan zouden die twee het lang verzwijgen,
’k Hoor toe, hier is ’t nieuws van den dag te krijgen I
SCHOPPENVROUW
Mijn echtgenoot vernam uit goede bron,
Hombra, de koningin, zei tot den koning,
RUITENNEGEN
Daar komt de helft, van ’t geen ik niet kon hooren. SCHOPPENVROUW
Nooit zou zij toestaan dat haar zoon, Prins Banco, Zich met de vondelinge zou vereengen,
RUITEN VROUW
En ik vernam ook uit de beste bron,
Van iemand, die de koningin nabij staat,
De koning wenscht, dat Banco trouwen zal,
Juist naar zijn liefde, ’t hart en het geval,
6