64
MEDEA
Daarvoor houd ik het ook, Het heele leven, koning, is slechts scherts,
Een wondere vertooning om te lachen,
Scherts is de trouw, scherts is opoffering,
Scherts is de liefde en slechts scherts is ’t ook, Wanneer een maagd haar vader, broer en land, Verliest ter wille van een scherts, een grap . . .
Een zoete jokkernij... o, ga toch door . . .
Ik zeg u duifje, ga toch door met vrijen,
Hoe, schaamt gij u? .. . Wel onschuld kent geen schaamte, Ik zeg u, kus hem .. . ook ik ken zijn kussen,
Ze smaken zoet.. . slechts bitter is de nasmaak,
Maar dien behoeft gij niet te proeven. .. kus hem 1 (zij treedt dreigend nader)
’k Zeg u, zet voort de scherts . . . want ook ik scherts . . . Ik lach .. . hoort gij het niet... ik lach, mijn hinde . . .
CREUSA
Ik bid u vrouwe . ..
MEDEA
Ja, bid, dat kunt gij,
Ik weet, geen bidt zoo graag als gij .. . dus bid . .
En kus daarna. . . ook ik bemin het schertsen .. .
CREUSA
Gij meent het?
MEDEA
Ja, ik meen het. . .