SCHOPPEN TIEN Hoe weet je dat ik droomde?
SCHOPPEN ZEVEN
Wel ik weet
Zelfs wat je droomde, dat is nog wat sterker) SCHOPPEN TIEN
’k Geloof ik droom nu nog, ik leef in wondren,
Zeg mij één ding, is hier niet een oud heer,
Een toovernaar, die menschen jeugdig maakt?
JOKER
Hij heeft den spijker op den kop geraakt.
Wij zijn de offers van een toovernaar.
SCHOPPEN ZEVEN
Nu u het zegt, wordt het mij ook hier klaar,
Komt mee, laat ons dien wonderdoener zoeken.
Ik ben niet boos, zijn scherts vergeef ik graag, Want gister was ’k een ander dan vandaag,
’k Verlang niet meer om nogmaals jong te wezen, Want met de uren keeren onze kuren,
Doch om de toekomst uit een beter heden.
Te doen groeien, wil ik voortaan niet meer beedlen. Maar werken, arbeid is tol van 't geluk.
Al wie niet werkt, die komt eens in den druk.
SCHOPPEN TIEN
Vriend, sta mij toe, dat 'k met u werken ga, Wellicht brengt arbeid ook vergetelheid.