182
SCHOPPEN ZEVEN
Een man ben ik mevrouw.
En ’k ben zelfs het man, zoo ben ’k afgeleefd.
JOKER
Ja, ik herken je aan je zure grappen,
Maar wees niet bang, ik heet je daarvoor dank,
Hier neem het goudstuk, waar 'k je eens mee plaagde, Want door jou weet ik, dat ik niet meer droom,
SCHOPPEN ZEVEN
tl droomde ook?
JOKER
Jij ook? Wat droomde je?
SCHOPPEN ZEVEN
Ik droomde, dat ik weder jongling was,
En ’k deed niets anders dan zeer domme dingen, Zooals men dat in jeugd vaak pleegt te doen.
JOKER
En ik, ik droomde juist hetzelfde man,
Daar is hier in het slot iets niet zeer pluis,
Want alle lieden schijnen omgetooverd.
SCHOPPEN TIEN
Mijn goede menschen ’k bid u maar één woordje, Zeg mij, is dit hier werklijk ’s konings slot?
SCHOPPEN ZEVEN Ja man, en al het andre was maar droom 1