Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



164

HOMBRA

Viel u het wachten lang ?

WHIST

De stonden kropen,

Maar nu ’k u zie, wou ’k Vader Tijd wel keetnen. Dat hij zijn snellen vaart niet kon volbrengen.

HOMBRA

Hoe wreed is Vader Tijd, hij heeft geen hart,

En laat de stonden onvermurwbaar duren,

In leed ontzagglijk lang — in vreugde vlug,

En hij, meedoogenloos, kent geen terug!

WHIST

Zoudt dan mijn liefste nu terug gij willen?

HOMBRA

O neen — maar ook, ik wou, er was geen voorwaarts, En eeuwig kon ik zoo in uwe armen rusten Als nu.....

WHIST

En vindt gij morgen dan mijn zoete lief,

En overmorgen en niet alle dagen.

Tot dat het eind van mijne uren komt,

Mijn armen altijd voor u uitgebreid?

HOMBRA

Dat vraag ik u — des menschen hart is wankel,

En in zijn hart bewaart hij toch zijn toekomst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.