Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



159

RUITENJONKVROUW Mijn lieve vriend.

RUITEN JONKHEER

Prinsesje van mijn hart. RUITEN JONKVROUW

’t Gevaar is groot, ik durf niet ver van hier. RUITENJONKHEER

Daar is een bank, kom laat ons samen rusten,

(zij gaan zitten. Hij kust haar) RUITEN JONKVROUW Mij was 't of ge voor ’t allereerst mij kuste.

RUITEN JONKHEER Mijn laatste kus zal als mijn eerste zijn.

RUITEN VROUW

Dat wil ’k ervaren, geef mij snel de laatste.

RUITENJONKHEER

(haar herhaaldelijk kussend) De laatsten kindlief zullen d'eersten zijn.

RUITENJONKVROUW

Wees niet zoo heftig, jonker, ’t doet mij pijn.

Zeg mij — en zult gij nu altoos zoo blijven,

Nooit hard of ruw zijn, nimmer mij bekijven,

Ook niet, wanneer ik minder schoon zal zijn ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.