Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



156

VROUW SCHOPPEN TIEN

Ach man, hoe kan je mij zoo valsch verdenken. Wil nog een oogenblik gehoor mij schenken,

En blijkt mijn onschuld niet, dan sla mij dood.

SCHOPPEN TIEN (laat het houweel zinken)

Die praatjes ken ik, zoo slim is geen man,

Of slimmer is de vrouw, die hem bedriegt,

Ze vinden voor elk gaatje fluks een praatje, Zoodat hij d'eigen oogen niet vertrouwt,

Je zat toch bij dien kwezel op de schoot ?

VROUW SCHOPPEN TIEN

Ja zitten deed ik, maar uit bittren nood,

Ik had thuis geen geduld op je te wachten,

Te langzaam ging de klok naar ’t uur van achten, En daarom, nadat alles was bereid.

Liep ik je hier een stukje te gemoet,

Dat heer daar kwam met een onschuldig praatje, En plotsling voor ik wist van wat of wie,

Trok die schavuit met kracht mij op zijn knie.

SCHOPPEN TIEN

Ze zegt schavuit, maar meenen doet ze schatje, Zoo is dat vrouwevolk,

VROUW SCHOPPEN TIEN

Neen man waaratje,

Eén schat bezit ik maar, kom schattebout,

Ga mee naar huis, het eten wordt te koud.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.