153
JOKER
In liefdesstrijd, daar zie ’k u wel voor aan,
Maar minder in den strijd om liet bestaan.
(Joker af)
KLAVEREN HEER
(Eerst besluiteloos. Dan haar snel volgend) Mijn Jolly Joker is vandaag verbolgen,
Welnu, zij ga — en ik — ik wil haar volgen.
Vierde Tooneel.
Vrouw Schoppen Tien. Schoppen Zeven. Schoppen Tien
VROUW SCHOPPEN TIEN
Hier wacht ik op mijn braven echtgenoot,
Mijn lieven Schoppen Tien, hij heeft gegraven,
Ginds aan het nieuw kanaal, nu, moe van ’t werk, Komt hij hier langs naar ’t kleine huisje toe,
Waar alles lacht van de gezelligheid,
Maar wachtend thuis viel mij te lang den tijd,
En ’k loop hem te gemoet, mijn braven bloed.
SCHOPPEN ZEVEN
Die twee ben 'k kwijt, zoo dronken zijn z’als tollen, Nu zoek ik weer een andre om te dollen,
Want in de liefde is verandring alles,
Vandaag neem ik een kuisch en nuffig jufje,
En morgen een .— die ’t klappen kent der zweep, Was gistren het een jonkvrouw hooggeboren,
Vandaag kan mij een burgeres bekoren,
Wat aardig wijfje staat daar ginds te wachten,
’t Wit schortje voor, gestijfd het paars katoentje,