152
KLAVEREN HEER
Maar ik houd van dat handje poezel fijn.
Met roze nagels, ‘t pinkje slank en klein,
De aartjes blauw, in lelieblanke huid,
JOKER
Ach hoe vervelend, heerschap is ’t haast uit ?
KLAVEREN HEER In ernst, mijn jokstertje, bemin je mij?
JOLLY JOKER
Misschien mijnheer — zóó nooit verwin je mij,
Ik kan geen vurig minnaar om mij lijden.
En houd meer van die kalm hun tijd verbeiden.
KLAVEREN HEER
Dan zal ’k van mijn gezelschap u bevrijden.
(doet alsof hij heen wil gaan)
JOKER
Dat staat aan u, denk niet, ’k val u te voet,
En smeek blijf hier, o lieve minnaar zoet,
Gaat gij van mij, mag ik u niet meer zien,
Welnu, aan eiken vinger vind ’k er tien.
KLAVEREN HEER
(terugkeerend)
Met honderd and’ren neem ik het graag op.
Sterkt mij in liefdesstrijd uw blik, schoon kind,