CARTOLINA
Dat wil hij Sire, doch slechts aan mijn zij.
KONINGIN
Schaamt gij u niet, mij onder ’t oog te komen, Wel past u ’t beedlaarskleed, gij vondeling,
Ga weg van hier, en bedel uwe kost.
MAGIËR
Mevrouw, ik bracht u bêi, nu vraag 'k van u, Gestand te doen het konink’lijke woord.
KONINGIN
Wel gaarne — laat de Joker ’t eerste wenschen, Hoe dwazer wensch, hoe moeilijker vervuld.
JOKER
Heer toovenaar, dit handje is wel fraai,
Maar ach, wat aan dit handje hecht, is ’t minder, En ’k waar u dankbaar, maaktet gij zoodra,
’t Verlengstuk ook nu jeugdig . ..
KONINGIN
Braaf zoo, paai,
Dat ziet er slecht voor onzen Banco uit RUITENHEER
En nu, laat Ruitenvrouw haar keuze doen,
Die was in ’t wenschen ook nooit zeer bescheiden,
RUITENVROUW
Behalve, toen ik jouw tot eega wenschte,