Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



133

CARTOLINA

Ja Heer, hij alléén — hij was Zoo van uw grootte, maar ging zeer rechtop,

Hij was niet grijs, zijn baard was donker zwart,

En zwart ook waren zijne volle lokken,

Waarin mijn handje wel eens spelend greep,

Als hij mij juichend op zijn schouders tilde.

MAGIËR

Zijn naam ?

CARTOLINA

Een kind kent slechts één naam — dat’s vader,

Neen — ik zei dada. . . anders weet ik niet.

MAGIËR

Dada, dada, dat was zijn naam, dada?

CARTOLINA

Ja, dada, Heer. ik kon nog niet goed spreken. MAGIËR

Dada — o heerlijkste van al de tit’len.

Die ooit het oor eens vorsten kon vernemen.

Herhaal dien naam -— en nogmaals — dada. dada, Twaalf jaren volgde ik den loop der sterren.

En zwierf door vele landen tot ik hier,

Mijn laatste hoop of aller hopen end.

Zou vinden — zie en nu heb ik gevonden,

’k Herken mijn kind, zal ik bekend mij maken.

Haar zeggen, hier vindt gij uw vader weer ?..

De straf volgt op de zonde in dees wereld,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.