Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



CARTOLINA

Je voorhoofd rimpelt zich — is het kwaad nieuws, Je trekken kondigen geen joolgen jok!

BANCO (in gedachten)

Dorst ik mijn vader maar een teeken zenden,

Dat wij niet ver van hem verwijderd zijn.

CARTOLINA

Pas op — zoo uwe moeder het vernam,

Wij waren voor wij ’t wisten reeds gescheiden. Maar dan voor goed, doch wat staat in dien brief Je wang verbleekt, je oog vult zich met tranen.

BANCO

Mijn vader moet door mijne vlucht geheel Verouderd zijn, zijn haar is gansch vergrijsd,

Zijn rug gekromd, zijn schred is moe en sleepend, Zijn oog is dof, hij zit soms uren eenzaam,

En daarna merkt men, dat hij heeft geweend,

Kon ik hem slechts een teeken zenden,

Dat wij niet ver van hem verwijderd zijn.

CARTOLINA

Pas op, zoo uwe moeder het vernam,

Zij zou ons door de knechten doen vervolgen.

BANCO

Mijn goede vader, wel heeft hij mij lief,

En ik ben van zijn levensvreugd de dief!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.