22
zijn deur net zooveel hutspot van die Wagenmaker hebben, dat-ie van de uien uit de pot zelf muzikaal wordt.. ”
Ze waren nu met hun groot orgel in den Haag. De oude muzikant had een verbeten trek om den mond. Duwend met den dalfer en den gesjochten jongen achter het orgel aan, dacht hij aan de tijden toen hij Nederlandsche liederen had gezongen voor leege zalen, hij en de jonge mevrouw Noordewier-Redingius, zoodat ze wel menschen van de straat naar binnen hadden geroepen, om toch niet geheel voor leege banken te moeten zingen1), terwijl te zelfder tijd aan één Wagner-voorstelling die acht uur duurde door de Wagner-vereeniging zestigduizend Nederlandsche guldens waren ten koste gelegd2).
En hij duwde met drift achter het orgel aan om zijn toorn uiting te geven, toen hij dacht, hoeveel dui-zende brave menschen in Nederland, zooals de dalfer en de gesjochte jongen van den eenen dag in den anderen hongerden omdat naar het heette het land te arm was om goede sociale wetten ten uitvoer te brengen. Millioenen waren besteed voor grove, anti-Vaderlandsche muziek, muziek welke
1
') historisch. Mij door mevrouw Noordewier-Reddingius persoonlijk medegedeeld.
2
) historisch.