De Schrik van Mengelberg

Titel
De Schrik van Mengelberg

Jaar
1915

Pagina's
34



15

Zij reden naar de volksbuurten en de dalfer begon te draaien. Hij hield dadelijk op.

„Wat heb je?” vroeg hij aan den zanger, die bleek werd en zijn handen aan zijn ooren bracht.

„Ik kan het niet hooren____dat is geen muziek____

dat is een gruwel.... en zoo valsch....”

„Gruwelen vragen ze, gruwelen zullen ze hebben. En wat de falsiteit betreft, de heele wereld is valsch en daar past een valsch orgel in. En nou ... vooruit, de

menschen staan al te wachten____ga met de bus rond.”

Toen het orgel weer inzette, was het den ouden zanger of de huizen voorover neigden en op hem zouden vallen.

Daarna zag hij felle slierten valsch groen, zwavelgeel, striemend vermillioen, die in de straat ronddraaiden en om hem heen zwaaiden, om zijn hoofd, zijn hals, zijn armen....

„Vooruit jó, denk om mijn centen....”

De zanger liep langs de menschen, die voor ’t orgel kwamen staan en toeluisterden en hield ze de bus voor en ze gaven.... ze gaven....

Het orgel klaterde de straat vol met het rumoer van zijn kopergeschetter, het hoog-valsch pijpen van zijn fluiten en daartusschen door roffelden de trom-

roffeltjes.... trom— trrrrommm____trrrrrommm____

„Vooruit jö.... nou komme de kietelfluiten.... nou gaan de meiden ook dokke____”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.