Kalverstraat

Titel
Kalverstraat

Jaar
1905

Pagina's
368



69

nu voor haar in angst zag. En zij, de gepasseerde, zij, die geen Jood tot man had kunnen vinden omdat ze te arm was geweest, wreekte zich, door voor volgende Jodengeslachten, in de harten der Christenmoeders de al wegkwijnende jodenhaat opnieuw aan te kweeken, nu de kleine Jodin, dag aan dag en nacht aan nacht tot in hun droomen, haar heur valschzoetig doend, kwabberig-verdord gezicht van vervolgster vertoonde.

Zij liet Michiel begaan, zacht-stille jongen, die haar géén moeite veroorzaakte. En hij. op den zolder, las boeken door vol wetenschap vèr boven zijn jaren. Vóór hij op ’t gymnasium kwam. had hij de wereldgeschiedenis van Streckfuss gelezen en Multatuli. Op ’t gymnasium begon hij zijn overwicht te gevoelen. De rector was vrijmetselaar geweest en David de Leeuw, door Leip Gazan in 't vertrouwen genomen, had den rector een bezoek gebracht, hem gewezen op de geestesgaven van Michiel en de rector, voorvechter van een breeder begrip van 't mensch zijn dan dat provinciale, — streng gescheiden door de nauwe paadjes van paap, geus of jood, had zich aangetrokken gevoeld tot dien stillen, ijverigen knaap, met zijn wasbleek gelaat en donker melancholisch oog van Joodschen duider. Hij had hem onderscheiden van de andere leerlingen, hem mede opgevoed met zijn eigen zoon en zijn twee dochters. Michiel, snel van bevatting, had afgeleerd zijn Joodsche uitspraak, had gevoeld wat goede vormen en manieren waren, leerde zich bewegen in dien anderen kring van deftige, geleerde, edeldenkende Christenen met een traditie van hoocrer leven dagtekenend van wellicht eeuwen. Maar als jong student was hij teruggevallen. Er kwam een scheiding tusschen de studenten van afkomst en naam en familie en hem, den zoon van «Leip de Jeude.»

De rector was gestorven. Dikwerf had Michiel, alleen op zijn klein studeerkamertje, zitten weenen, denkend aan dien man. Hij had zijn leven naar diens voorbeeld gevormd. Er waren geen Joden, er waren geen Christenen. Er was slechts één groote verzameling van menschen . . . diep, innerlijk allen hetzelfde, maar uiterlijk, door omstandigheden onafhankelijk van hun wil, gescheiden. Iedere mensch moest tot zijn echt-mensche-lijken kèrn terugkeeren en vandaar uit leven, begrijpend en vergevend en opbeurend. De menschheid was een broederschap,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.