en dan de Griffermeerden en dan eerst de Joden.....”
«En wat heb jij gezegd?»
«Ikke?"
«Ja, jij?»
«Nou, . . . ikke zei. ikke zei, eerst komen de Joden en dan de Katholieken en 't Griffermeerde geloof is het slechtste...»
«Er is maar één geloof, mijn jongen, dat is het onze. Er zijn geen andere gelooven ... die andere zijn maar bijgelooven...»
«Hoor je het. Eduard ? Hoor naar ’t geen je grootvader zegt. 1 )ie weet het, hoor je . . . Als je die jongen weer ziet, moet je hem vragen, welk geloof het oudste is . . . Ons geloof. . . dat is door God zelf ingesteld ...»
« Ja groopa?» vroeg Eduard, maar half grootmoeders wijsheid vertrouwend.
«Ons geloof is het geloof, Eduard.»
O O
«Waren Adam en Eva ook Joden, grootpa 1»
«Zeker... wat zouden ze anders geweest zijn.»
«Hé... zoo gék, grootpa.... En waren er toen geen Katholieken en Griffermeerden en niks geen andere gelooven?»
«Neen . . . ons geloof is het oudste, het onze is door God zelf gegeven ...»