HET GEHEIM VAN POLICHINELLE. 43
De Hertog.
De gruwb’re misdaad slaapt... zal z’ooit ontwaken?
Er is een spreekwoord bij de Castilianen,
Dat mij doet huiv’ren, nu ik er aan denk..’.
De Hertogin.
Druk u aan mij... o, ’k huiver mèt uw huiv’ren Want ik weet wel, welk spreekwoord gij bedoelt...
De Hertog.
Al ligt de waarheid in het graf,
Al wat haar drukt dat moet er af.
Bella Cara.
Ziet hier, de zoete kamperfoelie rankt,
Rondom de putboog, ’k pluk de mooiste bloemen,
Neen. niet te vlug — je krijgt ze op je hoed,
Als jij eerst, wat ’k je vragen wil, lief doet.
Florguindus.
Al wat je vragen wilt, doe’ k zonder bloemprijs.
Bella Cara.
Raad dan eens eerst, wat wou ik je juist vragen? Florguindus.
Ik zeg het zonder dat ’k een woord verlies... (Hij wil haar
zoenen).
Bella Cara.
Mis ... nog eens raden, al te wilde vrijer....
Florguindus.
Niet daar, dan zeker op de andere wang.
Bella Cara.
Weer mis — je moet bij Bobarron gaan leeren Eenheid van tegendeelen bij het kussen.
Florguindus.
Ik heb ’t... niet op je wangen ... op je mond ...
(haar op den mond kussend).
Bella Cara.
Ach, hoe je d&t probleem toch spoedig vond !
Florguindus.
En krijg ik nu den ruiker op mijn hoed?
Bella Cara.
Warempel niet, je hebt mij wel gezoend,
Maar ’k wou niet eens je om een kusje vragen.
Florguindus.
Dat hoef je niet, ik geef ze zonder vragen,
Nu hier, dan daar — vandaag en alle dagen, (zij stoeien).