HET GEHEIM VAN POLICHINELLE. 17
Adelante.
Matar a Hierro.
Ga niet — ik ga — en laat u bei tevreên.
(naar rechts afgaand).
Sangre Fria.
O neen ... blijft gij te saam — en ik ga heen.
(naar links afgaand).
Twee minnaars dus ... en toch de maagd alleen?
Matar a Hierro (terugkomend).
Dat nooit, dan blijf ik eeuwig aan uw zij...
Sangre Fria (terugkomend).
Dat dood alleen mij voortaan van u schei...
De gravin Adelante.
En zoo zijn wij nu weder met ons drij...
Neen vrienden, daar gij beiden mij bemint Moet gij de keus aan mijn wil overlaten,
Hem schenk ik hart en hand, die mij vertelt, Waarom de hertog en de hertogin,
Hoewel door liefde zelve vast vereend,
En door de jongre liefde van hun kind’ren,
De teed’re Bella Cara, ’s hertogs dochter,
Uit 't eerste huw’lijk en heer Florguindus,
Den zoon uit ’t eerste huw’lijk van de hertogin, Verzekerd van een toekomst vol geluk,
Zoo somber zijn als winter in de bergen.
Er gaan geruchten in het land, mijn heeren Zoo schrik’lijk dat zoo ik ze waarheid wist,
Ik mij uit ’s werelds warreling terug zou Trekken om in 't klooster rust te zoeken,
Tot aan mijn dood voor beider aflaat biddend. Matar a Hierro.
Maar wat mejonkvrouw deert u and’rer lot, Wanneer uw ziel geen deel heeft in dier zonde? Sangre Fria.
Het klooster zij voor wie zijn zonde vliedt,
Maar gij zijt rein en kent de zonde niet.
Adelante.
Weet, Bella Cara is mijn hartsvriendin,
’k Ben met haar opgevoed gelijk een zuster,
Breekt haar geluk, ook ’t mijne breekt meteen, Blijkt wat men mompelt, slechts een valsch gerucht, Dan Bella Cara en haar Florguindus,
2