49
Zij hield haar hoold wat schuin, blikte meewarig naar hem op.
„Altoos op nieuw die melancholie?”
„Ja .... die melancholie ... en erger .... veel erger . . . .!
Zij bleef hem vragend aanzien.
„Kan je niet vermoeden, wat mij zoo ongelukkig maakt ?”
Een ontkennen door zachtjes nee schudden van haar aandachtig gelaat.
„Heelemaal niet? Adrienne .... Adrienne . . . .”
Hij trad op haar toe. Zij bleef staan, ietwat verschrikt.
„Adrienne .... ik heb altoos door aan jou gedacht en . . . .”
..Mijnheer de Clermont.... ik bid u zegt u geen woord meer. Iets begin ik te begrijpen .... Maar dat mag niet, dat mag niet. . . . U weet heel goed dat ik met het heluk van dit leven heb afgerekend . . . .”
„Neen, Adrienne, neen mijn lieveling, het geluk is nog niet voor je weg. Het geluk gaat eerst voor je beginnen
Zij boog haar lichaam zacht achterwaarts, weerde hem af met de handen.
„Neen, mijnheer, neen mijnheer .... ik heb afgedaan met dat. . . .”
„Maar ik kom niet voor een grap, voor een flirt. . . . ik meen het ernstig, heel ernstig .... ik wil een huwelijk
„Iets anders verwachtte ik niet, dat ooit in uwe bedoelingen jegens mij zou kunnen liggen .... Maar het kan niet.... bepaald niet.... bepaald niet . . . .”
de geraffineerde 4