48
gevlochten, want er sprongen veel vergulde haartjes in warrige bogen terzij.
„Juffrouw Straning, u bent misschien verwonderd mij hier zoo onverwacht te zien. Ik moet in Amsterdam zijn en ben op aandringen van moeder, u zelf even komen zeggen, dat u zich vooral niet moet haasten met terugkomen, wanneer de toestand van mevrouw uw tante, uw hulp vereischt.”
Zij begreep dat hij loog, kende mevrouw de Cler-mont te goed om niet te weten, dat die zich nooit aan een dergelijk vergrijp tegen den vorm zou schuldig maken.
„Ik dank u voor het bericht en ben uw moeder zéér erkentelijk. Maar waarom heeft zij u zooveel moeite bezorgd? Mij dunkt, een telegrammetje was eenvoudiger geweest.”
„Om u de waarheid te zeggen, ik zelf heb er wel een beetje op aangedrongen, omdat ik er naar verlangde u weer eens te zien.”
Zij keek hem verwonderd en dankbaar aan.
„Hoe jammer, dat u mij nu in zulke omstandigheden aantreft
Zij drukte zacht haar hand tegen het losspringende kapsel.
„Ik ben nog niet gekleed.”
Het rood-flanellette kraagje werd tegen de hals opgezet, van voren dichtgeknepen.
„U moet mij dat vergeven .... Ik heb den heelen nacht gewaakt____Heeft u zich te Berlijn geamuseerd?”
„Neen, in 't geheel niet,” zeide hij kort en dof.
„Niet?”
Weer de vragende blik van haar kinderlijke oogen.