4i
kokende bliksem niet.... af zou die prooi van haar blijven ... nu en altijd. Hij, Leonard, had haar lief.. .ja,
ja, ja____ hij had haar lief.... hij had haar lief en
daar was niets aan te doen....
Hij hoorde gerucht, sloeg het album met een schrik dicht, sloop de kamer uit.
,,Wat doe je hier?” bulderde hij tegen den tuinman, die in den gang stond.
,,Weet mijnheer, dat het bad overloopt; de verklikker kan het water niet meer verzwelgen. Ik heb
het aan het putje beneden gemerkt---- dat begint
altijd te stinken als er te veul water opeens inkomt.”
„Draai dan de kraan af.”
„Mevrouw hét ons verbooien naar boven te gaan.” „Laat het dan nu maar leegloopen.”
„Neemt mijnheer dan geen bad?”
„Neen---- zeg dat Nelis de vos zadelt, maar een
beetje gauw als je blieft, ik wil uitrijden.”
Hij liep naar beneden. Moeder zat in de blauwe zaal aan het hoekvenster, vanwaar ze langs den weg kon zien.
„Bent u hier moeder?”
„Ja.... ik zit hier uit gewoonte. Je kunt van hier den brievenbesteller al van verre zien aankomen, ik heb hier eiken middag gezeten om te wachten of er een brief van jou bij zou zijn. De man wist het al. Hij stak, als hij een brief van jou bij zich had, altoos bij de kromming den arm in de hoogte.”
„Ik ga een beetje rijden moeder.”
„Maar jongen, wil je niet eerst wat rusten?” „Neen moeder, ik ben niet moe. Hoe laat eten wij ?”