IO
lezen. Vooral de moderne Fransche romans hadden haar de oogen geopend. Het mooie frissche wijfje had al heel gauw gemerkt, welken invloed zij op de mannen uitoefende. Zij wist, hoe haar schijnbaar koele schoonheid juist de meest zinnelijke mannen aantrok en zij bemerkte ook door de afgunst en kwaadsprekerij van andere vrouwen, door haar vijandige blikken en kleine venijnigheden, dat zij de meest begeerde was.
Zij was bewust geworden. Zij kon haar leven van haar twee-en-twintigste tot haar vijftigste niet doorbrengen, wonend op een snoezerig bovenhuisje in een der stijve, nieuwe straten achter het Amsterdamsche Concertgebouw, deftig maar veel te zwaar en somber gemeubeld met de gerangschikte erfenisinboedels van wijlen een tante van haar man, die op de Keizersgracht gewoond had en een oom van moeders zijde, die vijftig jaar oud, als jonggezel aan de suikerziekte was overleden en Adrienne, toen nog een bakvischje, tot universeel erfgenaam had gemaakt, omdat hij op haar verliefd was geweest, zonder het te zeggen en waarschijnlijk zonder het zelf te weten.
Het bovenhuisje was snoezig. Twee kamers en suite op de eerste verdieping, twee vierkante kamertjes, de voorkamer met een balconnetje, te smal om er ooit op te zitten, het achterste met uitzicht op tuintjes, een klein zijkamertje en een keukentje. Tweede verdieping net zoo, maar hier was het keukenkamertje badkamer. Boven een zolder en een meidenkamertje.
Maar de oude, zware, mahoniehouten meubels, gemaakt voor groote kamers met hooge plafonds en breede deuren, pasten niet in deze moderne kamertjes. Ze stonden daar bedrukt en in den weg, meelij-