Een droomer ter haringvangst

Titel
Een droomer ter haringvangst

Jaar
1894

Pagina's
276



88

maar eens extra voor d’er bidden,” zei hij, zijn pet afleggend en de handen vouwend voor het ontbijt.

Piet zette zijn hoedje ook af. Zijn kom had hij vol beschuit gedaan en middenin dreef een stuk margarine. Hij nam de kom vast tusschen zijn knieën, boog het hoofd, sloot de oogen en bad.

Herman tuurde naar dien mooien, somberen vis-scherskop zoo vlak bij hem, nu in deemoed gebogen. Zoo had hij ze gezien op de schilderijen van Israëls — en nu zag hij ze in werkelijkheid — hij kon met ze spreken, hun leven, hun handelen zien.

„Bidt u nooit mijnheer ?” vroeg Piet, toen hij opzag en Herman zijn thee dronk en een stuk beschuit at.

„Ik bid altijd, Piet. Mijn leven is mijn gebed, een voortdurend gebed.”

Piet keek hem vreemd en vragend aan.

„Kan jij als jij in deze kooi slaapt rechtuit liggen?”

„Neen, mijnheer. Dat kunnen we bijna allemaal niet. Maar dan krom je je maar een beetje. Het moet maar.”

„Maar is dat dan niet lastig?”

„Lastig is het zeker. Maar wij menschen hebben zooveel dat lastig is. Wij kunnen niet allemaal van den rijkdom zijn !”

„Nou Piet, als ik schepen bouwde of ze bouwen liet, zou ik de kooien en de kajuiten zoo maken, dat de menschen het op zee zoo goed mogelijk zouden hebben. En dat zou ik dan bidden noemen.”

„Dat is goed en wel, maar is de Voorzienigheid daar dan alleen mee tevreden ?” vroeg Piet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.