Een droomer ter haringvangst

Titel
Een droomer ter haringvangst

Jaar
1894

Pagina's
276



co

De schipper wekte hem uit zijn druilerij. Hij had in een blauw geëmailleerd pannetje den makreel gekookt en bracht dien aan den passagier. Herman, hongerig, nam het pannetje aan en at het vischje op met de vork. Het smaakte hem, hij knikte den schipper toe, die was blijven toezien, blij zijn Cheffie zoo te kunnen helpen.

Hij gaf het pannetje terug en wilde wat drinken. Gerrit kwam juist met een groote, tinnen kruik naar de bierton.

„’k Moet hier tappen, mijnheer,” zeide hij, de kruik onder de kraan houdend.

„Wil je mij een glas geven ?”

„Er is geen glas aan boord, mijnheer. Maar wil je uit het blikkie drinken. Onder den kraan hing een leeg melkblikje. Gerrit liet het volloopen en bood het Herman aan. Het was donkerbruin bier, bitter van smaak en vooral de nasmaak was onaangenaam.

„Er is te veel hop in gebrouwen,” lachte Gerrit, die het gezicht van den passagier zag vertrekken.

„’t Lijkt wel stout, schipper.”

„Wij noemen het stoopjesbier. Het is niet ’t allerlekkerste, maar ’t is toch best drinken, vooral bij ’t begin van de reis. Het werken van ’t schip maakt het later als karnemelk. Maar daar kan geen enkel bier tegen.”

„Schipper, ’t eten is klaar,” riep Jan, de reepschieter. Hij vervulde de betrekking van koksmaat.

„Kom je onze erwten eens zien?” riep de kok.

Herman stond op — ’t werd tijd. Zijn verwend lichaam was op de lattenbank vol met striemen gekomen. Zijn zitdeel en zijn rug, waarmede hij tegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.