43
den wand achter, waren nog twee kastjes, het recht-sche diende voor particuliere bergplaats van den stuurmansmaat, die tevens victualie-meester is. Er lagen twee groote Leidsche kazen: er stond een blikken bus met cacao; een blikken schoteltje waarin de stuurmansmaat scheepskaak voor het onmiddellijk gebruik bewaarde en waar vaak ook een stukje uitgebraden spek lag. Links, in ’t kastje van den schipper, stonden fleschjes met bitter, een paar flesschen brandewijn, een paar kistjes sigaren en ook eenige kistjes met brieven, bescheiden en geld. Elk schipper krijgt van den reeder een som gelds in baar mede, voor ’t geval dat dat noodig mocht zijn. In de kooi van den schipper waren nog geborgen : zijn waschgoed; twee groote kaarten van de Noordzee in een koker gerold; de bijbel en de „Godvreezende Zeeman.”
Een dezer kaarten, welke de schipper bij voorkeur gebruikte, dagteekende uit het midden der vorige eeuw. Zij is, blijkens een al te sierlijk hoekschrift, een „Nieuwe gelijkgraadige Paskaart van de Noordzee, door A. N. Teylingen, te Maassluis, en verkrijgbaar tot Amsteldam, bij Hendrik Mooy, Boek-, Zeekaart-verkooper en graadboogmaker, in de Nieuwe Brugsteeg in de Jonge Lootsman.”
De andere is een uitnemende Eugelsche zeekaart van Norie en Wilson te Londen, die echter wat te groot van formaat is en daardoor lastig te behandelen wos op het kleine tafeltje van ons vooronder.
„De Godvruchtige Zeeman” is een boek met preeken voor zeelieden.
Herman nam het eens ter hand en las het titelblad, dat aldus luidde :