Een droomer ter haringvangst

Titel
Een droomer ter haringvangst

Jaar
1894

Pagina's
276



42

„Goeie morgen Cheffie ; wat ben je vannacht onrustig geweest. Wil je een bakkie sokola ?”

„O, schipper, ik ben zoo ziek — is er nog een kogelfleschje ?”

De Kajuit.

Op den vierden dag na de afreis, toen het kalm weer was, werd Herman ’s morgens vroeg wakker uit een lichte sluimering. Hij had tot dien tijd steeds in zijn kooi gelegen en in zijn rustige oogenblikken een weinig van het hem omringende zich rekenschap gegeven. Hij was nu geheel op de hoogte van wat zich in de kajuit bevond. Onder zijn kooi was de bergplaats van de geteerde touwen — dit had hij dadelijk geroken. De bank voor zijn kooi bergde, als men de zitting opsloeg, touwwerk, nieuw zeildoek en naai- en timmergereedschappen van den stuurmansmaat. De tafel had drie laden; de bovenste diende tot berging van de koffie- en theerommel, de bussen poeder-chocolade en gecondenseerde melk, een botervlootje, drie groote drinkkommen, twee messen, lepels en vorken; de middelste bevatte boeken van den schipper en zijn journaal ; de onderste bevatte een soort brosse beschuit, soortgelijk aan tafelbeschuit. In het kastje onder de bank voor de kooi van den schipper waren de kogelfleschjes, glazen en een paar fles-schen cognac en brandewijn geborgen. Achter het tafeltje, waar een gedeelte van den bazaanmast zichtbaar was, stond een groot petroleum-stel, waarop een keteltje waarin thee of koffie werd gezett. Tegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.