Een droomer ter haringvangst

Titel
Een droomer ter haringvangst

Jaar
1894

Pagina's
276



28

Het schip zonder lading, hoog en licht op het water, begon reeds een weinig te schommelen en hij ballanceerde luchtig, de knieën even knikkend, eerst rechts, dan links.

„De mooie bulletjes zijn weg, mijnheer. Op zee is ’t slechtste goed te mooi. Zou je je ook niet eens omkleeden ?”

Herman ging mede naar ’t achterin. Daar kreeg hij een kort soldatenbroekje met gele bies en vele malen versteld ; een blauwe trui van dikgeweven tricot. Een donkerblauwe slaapmuts met witte randjes van onderen en een paar zwart fluweelen schipperspantoffels met dikke zolen en hooge hakken.

Hij kleedde zich aan, bedwingend een opkomend gevoel van misselijkheid, het begin van de zeeziekte. Boven hoorde hij de regelmatige, bonsende slagen van een scheepspomp en in de kajuit drong een scherpe stank van waterstofgas. Hij werd benauwd, voelde een groote behoefte naar frissche lucht.

„Waar komt die reuk vandaan, schipper ?”

„Dat is het grondwater uit het schip, mijnheer, dat uitgepompt wordt. In de haven mogen we niet pompen. Van die reuk komen we in de eerste dagen niet af. Daar moet je aan wennen. Ik ruik er heelemaal niets meer van.”

Met inspanning had Herman zich aangekleed. Nu balanceerde hij zich naar boven, langs het trapje met kleine steile treetjes. Boven gekomen zag hij, dat de zee onstuimiger was geworden. De wind was aange-wakkerd en suisde om zijn ooren.

De schipper, rank, vlug, makkelijk en vrij in zijn wijde, oude kleederen, lachte Herman toe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.