Opgedoken

Titel
Opgedoken

Jaar
2009

Pagina's
176



In de herfst kwamen de Tirolers naar Lipps. In plaats van de gebruikelijke kelners bedienden vrouwen in Tiroler klederdracht, waarbij groene hoeden met veren hoorden en in plaats van de militaire kapel maakte een klein orkest muziek. De orkestleden droegen korte Tiroler broeken. De leiding was in handen van ene Schorsch Ehrengruber, een imposante man met een volle roodachtige haardos. Zijn kinderen, een jongen en een meisje, waren eveneens in Tiroler klederdracht, waarop ik geweldig jaloers was. Tot bijzonder genoegen van het publiek speelden de muzikanten herhaaldelijk de Beierse nationale dans: de Schuhplattler.

’s Middags waren we meestal bij Lipps. Omdat we een passepartout hadden, hoefden we geen entree te betalen. De vrouwen pakten gemalen koffie uit hun tas en zetten tegen betaling van tien pfennig zelf koffie.

Achterin de uitspanning was een speelplaats met schommels en klimtoestellen. Op een keer toen we in de toestellen hingen, hoorde mijn zusje van een ouder meisje een nieuwtje, dat ze direct met me wilde delen. Opdat mijn moeder het niet zou horen, fluisterde ze in mijn oor: “De kinderen komen niet van de ooievaar.”

Later, toen we alleen waren, legde ze het nader uit: “De kinderen komen uit de buik van hun moeder. Daar zitten ze, omdat hun vader zijn urine in haar buik heeft gegoten.”

Ik vond dit nieuws maar niks. De ooievaar was veel leuker.

In de hete maanden van het jaar ging mijn moeder ’s ochtends met ons naar het ‘Volkspark Friedrichshain’. Ze huurde voor vijf pfennig een stoel en ging bij de andere moeders zitten die aan het handwerken waren. Wij kinderen speelden in de buurt.

De meisjes reden met poppenwagens in het rond en speelden ‘vadertje en moedertje’, terwijl wij jongens achter de bal aanrenden en wedstrijden organiseerden. Het leukste vond ik ‘rover en politieagent’. Ik wilde altijd de rol van de politieagent spelen, die natuurlijk op een paard zat. Ik galoppeerde alsof ik paard reed.

In de herfst namen we van huis een hark mee en harkten de afgevallen bladeren bijeen en bouwden er hutten van. Maar ook ’s winters trokken we naar het park. Zodra de grote vijver was dicht gevroren, gingen we er schaatsen.

Op zondag gingen we vaak langs bij mijn grootmoeder Emilie Behrendt. Ze woonde in de Mendelssohnstrasse, een half uur lopen. Tijdens onze wandeling kwamen we langs Friedrichshain 1, waar het oudere echtpaar Lazari woonde. We observeerden soms hoe ze door een rijtuig met twee paarden


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.