Opgedoken

Titel
Opgedoken

Jaar
2009

Pagina's
176



In die tijd ook betreurden we de dood van mijn grootmoeder, de moeder van mijn vader, die ik maar een keer, in Markisch Friedland in 1912 had gezien. Mijn ouders reisden samen naar Westpommern om haar begrafenis bij te wonen. Ze brachten de kleine erfenis mee die mijn grootmoeder ons had nagelaten. Deel ervan waren een paar gouden munten ter waarde van twintig rijksmark, die mijn gevoelens van vaderlandsliefde weer deden oplaaien.

We werden op school aangespoord onze ouders ertoe te bewegen op staatsleningen ten behoeve van de oorlog in te tekenen of goud en zilver in te leveren. Dus hield ik niet op met zeuren totdat ik de gouden munten van mijn grootmoeder mocht meenemen. Als blijk van waardering kreeg ik een ijzeren ring en een certificaat met de tekst: ‘Goud gaf ik in ruil voor IJzer’. Onder de scholieren was een regelrechte competitiestrijd ontbrand om maar zoveel mogelijk bij te dragen waardoor je reuze populair werd onder je klasgenoten.

Gedreven door mijn eerzucht kwam ik op een avond in de verleiding om stiekem een paar zilveren messen, lepels en vorken in mijn schooltas te stoppen. De volgende ochtend zou ik ze dan uit huis smokkelen en ze voor het vaderland - en te mijner eer en glorie - doneren. Maar toen ik op het punt stond om naar school te gaan, vond mijn moeder mijn schooltas verdacht zwaar. Ze ontdekte het zilveren bestek, dat ze voortvarend redde van mijn vaderlandslievende aspiraties.

Met Pasen ging ik over naar de op twee na hoogste klas. Omdat het Kai-ser-Friederich-Gymnasium twee richtingen kende, moest ik nu beslissen of ik het gymnasium wilde afmaken of na dit jaar al eindexamen wilde doen. Ik besprak met mijn ouders wat het beste voor mij zou zijn. Door de jaren heen waren mijn prestaties middelmatig tot goed. Maar omdat ik school toch als een soort dwang voelde, was de uiteindelijke keuze niet moeilijk. In plaats van blokken voor Latijn en Grieks, hield ik het toch maar liever bij mijn hoofdvakken Frans, Engels en Wiskunde om daarna een vak te leren.

Dat jaar slaagde ik erin om mijn aangeboren verlegenheid enigszins te overwinnen. Ik werd klassenvertegenwoordiger en als mijn klasgenoten iets wilden vragen, deed ik namens hen het woord. Wat er verder ook toe bijdroeg, dat ik me minder geremd ging gedragen, was mijn betrokkenheid bij het Berlijnse toneel. Het Schillertheater zocht figuranten voor zijn voorstellingen. Er was gebrek aan jonge mannen, omdat er zoveel in militaire dienst waren. Mijn ouders hadden aanvankelijk hun bedenkingen. Het beroep van toneelspeler had in onze kringen iets verwerpelijks. Ze vreesden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.