Opgedoken

Titel
Opgedoken

Jaar
2009

Pagina's
176



Ik vroeg haar om ook iets voor jullie te doen. Dat heeft ze beloofd. “

Snel daarna maakten we kennis met Ans Roos. Margot stelde haar aan ons voor.

“Ans heeft misschien al een gezin voor mij gevonden. Het is zelfs hier in de buurt, vertelde ze blij.

“Het zijn eenvoudige mensen”, voegde Ans eraan toe, “overtuigde communisten.

Voor jullie heb ik misschien ook een optie. In Alkmaar. Een bestuurslid van de gereformeerde kerk heeft een joodse onderduiker. Ik zal hem vragen of hij iemand weet, een lid van zijn gemeente, dat bereid is om jullie onderdak te verlenen.”

Het was bijna acht uur, maar ik wilde graag langer met Ans praten om meer te weten te komen over Alkmaar, de gereformeerde kerk en over haarzelf. Omdat er een kamer in ons pension leeg stond, ging ik naar mevrouw Elias en huurde de kamer.

We spraken nog heel lang met Ans Roos. Wat zij ons over de gereformeerde kerk vertelde, gaf ons hoop.

“Onze kerk heeft niks tegen joden. De dominee in mijn gemeente heeft herhaaldelijk vanaf de kansel in zijn preek opgeroepen om zoveel mogelijk leden van het ‘oude volk van Israël’ te redden. Veel leden van de gemeente denken er net zo over als hij. En ik ben ervan overtuigd, dat we iemand vinden die de moed heeft om dit te doen.”

De volgende ochtend nam Ans afscheid: “zodra ik kan, zal ik naar Alkmaar gaan!”

In de kamer, waar ze die nacht had geslapen, nam korte tijd later de Duitse jood Wieschinski zijn intrek. Voor de oorlog was hij werkzaam in het bankwezen. Hij had iets uitgehaald, waarmee hij Nederland had benadeeld ten faveure van Duitsland. Dat had hem arrestatie, veroordeling en gevangenschap opgeleverd. Maar de Duitsers hadden hem vanwege zijn verdienste voor ‘volk en vaderland’ vrij gelaten.

Hij was een charmante prater. Hij flirtte behoorlijk met Ursel, gaf haar bloemen en soms bonbons. Bonbons waren alleen maar verkrijgbaar op de zwarte markt. Ik vertrouwde hem niet en ik kon me zelfs voorstellen, dat hij mij bij de Duitsers zou aangeven om bij Ursel ‘vrij spel’ te hebben.

Onder de joodse emigranten verspreidde hij het gerucht, dat hij bevoegd was, om een lijst op te stellen van personen, die van deportatie zouden worden vrijgesteld.

Als tegenprestatie eiste hij sieraden of andere waardevolle spullen. Inderdaad waren er gezinnen die zijn mooie praatjes geloofden.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.