Opgedoken

Titel
Opgedoken

Jaar
2009

Pagina's
176



die ons telkens weer moed insprak, dan zouden wij dit schrikbewind nauwelijks hebben overleefd. Een SS officier gaf me een dreun in mijn gezicht toen bleek dat ik bij mijn vrijlating een pakje sigaretten in mijn zak had. Ik hield dagenlang last van hoofdpijn.

“Wat ga je nu doen?”, vroeg ik hem.

“Ik ga emigreren. Slechts op die voorwaarde hebben ze me vrijgelaten. Ik heb een visum voor de Verenigde Staten aangevraagd.”

Verdrietig nam ik afscheid van mijn vriend. Je kon hem aanzien wat voor effect de gevangenschap op hem had gehad. En de onzekerheid knaagde aan ons allemaal. Wat zou de toekomst brengen?

Omdat de kwestie ‘Rassenschande’ nog niet was afgesloten, lagen de paspoorten van Ursel en mij nog steeds bij de officier van justitie. Zonder deze documenten waren onze toelatingspapieren voor Nederland waardeloos. Ik probeerde om voor vervanging te zorgen en kreeg het adres van een jurist, die goede betrekkingen met de politie onderhield. Hij was in staat om paspoorten voor ons te regelen. Daarvoor hadden we echter wel een visum nodig. Dat hadden we niet, omdat dit voor Nederland niet vereist was. Dus kocht ik illegaal twee visa voor een Zuidamerikaans land. Duizend mark moest ik betalen. Zo gelukte het ons eindelijk tegen een forse vergoeding de zo onmisbare paspoorten te bemachtigen, voorzien van een grote rode ‘J’ (= jood), zoals dit volgens een verordening van 5 oktober 1938 voorschrift was.

We zouden op 7 februari 1939 vertrekken. Ik had twee vliegtickets gekocht voor de eerste vliegreis van ons leven. We begonnen met inpakken. We waren er dagenlang mee bezig, omdat we maar niet konden beslissen wat onmisbaar was en wat we konden achterlaten. We verstouwden alles in een hutkoffer, die eigenlijk voor vervoer van confectiegoederen bestemd was. Het enige dat ik aan de inventaris van mijn bedrijf had overgehouden.

Ursel had aangeboden alles in te pakken, maar plotseling stortte ze in en had rust nodig. Dus moest ik haar taak voor een groot deel overnemen. Naast kleding en wat dagelijkse, onmisbare, gebruiksvoorwerpen namen we vooral grote hoeveelheden medicijnen mee.

Tenslotte lieten we een douaneambtenaar komen. Hij controleerde de inhoud van de koffer, verzegelde die en gaf ons een uitvoervergunning. We gaven een Amsterdams expeditiebedrijf opdracht onze bagage, waarvoor in het vliegtuig geen plaats was in Nederland in te voeren.

Om te kunnen vertrekken, moesten we bovendien ‘Reichsfluchtsteuer’ (=vluchtbelasting) afdragen. Weliswaar gold die verplichting sinds 1931

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.