ió mei 1943 zondag
Ik ben 130 gram aangekomen. Dokter was hier zeer tevreden over. We zijn niet weggeweest vandaag. Het was trouwens tamelijk fris weer. We hebben vandaag tweemaal luchtalarm gehad. Ik heb wel in de tuin gestaan, maar met dekentjes, want het was fris. Greet en Cor zijn binnen gebleven. Alle joodse mensen moeten zich melden in Amsterdam voor aanstaande donderdag. De mensen zien er bedrukt uit. De nieuwe bonnen zijn uitgekomen, maar er is voor zondag geen boter, geen vlees, geen kaas. Voor de minder gegoeden is het ontzettend. Niets, maar dan ook niets te krijgen. Geen vis aan de markt. Paling f 6,50 een pond en dat is dan nog goedkoop.
Ik heb heerlijk mijn andijvie en beschuit opgegeten en kreeg nog een heerlijk slokje uit mijn flesje toe.
17 mei 1943
Ik was net heerlijk gewassen in de tuin gezet of daar kwamen de Engelsen aan en weer luchtalarm. Ik werd weer binnen gehaald. Cor is altijd erg bang voor scherven. De mensen schoolden op straat samen. Plotseling een luchtgevecht. Er werd heftig gemitrailleerd, want er waren ook Duitsers in de lucht. Er kwam een Duitser met een zware vrachtauto met rupsbanden door onze straat, hij stopte plotseling, ging aan het laveren, iedereen keek wat er ging gebeuren. Deze zware vrachtauto werd op het trottoir neergezet. Iedereen bleef buiten staan kijken, wat eigenlijk niet mag. Na het luchtalarm kwam het signaal veilig. Ik werd weer buiten gebracht. Daarna ontplofte er een bom. We schrokken allemaal en ik kon de slaap niet goed pakken. Na een kwartier ontplofte er weer een bom. De Telegraaf is geweest. Eén van de loopsters (bezorgsters) vertelde dat er op de Ferdinand Bolstraat een vrouw werd gewond door het mitrailleurvuur. Twee paarden voor een lijkkoets zijn losgebroken. Er was paniek. Cor heeft iemand gesproken die werkzaam was aan één van de fabrieken aan de Omval. Zij moesten allemaal plat op de grond gaan liggen en hebben in doodsangst verkeerd.
Het Roergebied is zwaar geteisterd. Een stuwdam in de buurt van Kassei is getroffen en alles is onder water gelopen, spoorwegstations, bruggen alles in zijn vaart meeslepend. Het is een ellendige tijd waarin wij leven. Het begint te schemeren. We moeten op een oliestel koken, er is geen gas, want bij de gasfabriek liggen tijdbommen.
Ik zie heerlijk bruin, mijn beentjes zien zwartbruin, mijn kopje is roodbruin, mijn haartjes, de weinige die ik heb, zijn wit. Met Greet kan ik heerlijk babbelen als ze me verzorgt. Cor knuffelt soms zo hard, dat ik verbaasd naar haar kijk. Ik ben een dot. Greet heeft vergeten me een luier onder mijn nachtjapon aan te trekken. Ik zal heerlijk nat zijn. Plukkie loopt als een dolle door huis. Dat geeft storm.
6 2