zitten langzamerhand. Mijn claim betreffende het zogenaamde gemengde huwelijk blijft voor later bewaard. Naar deskundigen algemeen beweren staan mijn kansen wat dat betreft goed. Dat zullen we tegen die tijd wel zien. Mams zal wel begrepen hebben dat het telegram van de Joodse Raad om fotokopieën van voogdij- en alimentatie-papieren en een (duidelijke) verklaring nopens reële alimentatie met dit geval verband houdt. Ik geloof dat ik het alles bijeengenomen hier nog wel een poos uithoud en dat de oorlog niet al te lang meer duurt voor een redelijke uitkomst uit mijn positie.
Het zal je zeker belang inboezemen te weten dat je brief was opengemaakt (hetgeen weinig voorkomt), maar dat er geen censuur op was toegepast. Het schijnt dat men alleen censuur toepast op militaire aangelegenheden. Hetgeen je me mededeelde was zeer de moeite waard.
Mams vraagt mij te melden waaraan ik behoefte heb. Behoefte heb ik aan een blikken bord. Dat is niet veel, wat? Misschien schiet er anders eens een pannekoek voor me over. Dan ben ik al tevreden. Of een stukje oude kaas, waar ik dol op ben. De rest blijft in vertrouwen aan mams overgelaten. Maar geen vispastei, please. (Wel, als ’t er is, wat gerookte schar.)
Lieve Ruth, ik stop en hoop dat er spoedig postgele-genheid is. Ik hoop dat jij en mams het goed maken. Het wordt hoe langer hoe mooier weer; het wordt in mijn zaal ook veel lichter. Laat gauw weer eens wat van jelui horen. Een stevige handdruk voor mams en een zoen voor jou van
Paps
27