'Ik woon, zoals je weet, drie hoog'

2i december [1942]

Beste Annie,

Jouw en Ruths brief tot mijn grote vreugde ontvangen. Ik ben 20 blij dat ik nog 20 geregeld en 2oveel van jelui hoor. Je begrijpt 2eker wel wat dat voor mij betekent. Dat ik jelui tot dusver nog kon bereiken is toeval en geluk. Hoelang 2al dat nog kunnen voortduren, is on2eker. Zoals ook mijn toekomst on2eker is. Ik heb geregeld wat ik regelen kón. Jij 2ou mij vragen kunnen stellen, ik jou van mijn kant ook. Maar wij begrijpen elkaar in menig opzicht, denk ik, wel. Jammer dat je fiets is gestolen. Heb je een nieuwe kunnen krijgen? Want zónder fiets kun je niet. Ik heb je pakje van 7/12 ontvangen. Dank voor het heerlijks. Ook bij2ondere dank aan Mop voor de prachtige wanten, die goed 2itten, en de rest. Vlees krijg ik hier zo goed als niet; kan er een enkele keer een klein balletje goed doorgebraden gehakt af? Bij voorbaat dank. Nog altijd lig ik op zaal, maar ik ben dagelijks al sedert midden der vorige week een uur of anderhalf op. Ik voel mij aardig aangesterkt, heb weer vlees op mijn lichaam en weeg circa 130 pond. Voorlopig blijf ik nog wel op zaal rondspankeren. Mijn pink, die stijf is, moet nog worden gemasseerd. Des morgens krijg ik vier gesmeerde boterhammen, ’s avonds vijf met een beker melk, des middags een of twee borden stamppot van kool of wortelen, een enkele keer snert, maar magertjes van boter voorzien en zonder vlees. Van de week hebben wij als extraatje een

H