In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



dinsdag 29 juni Vandaag is weer een transport van tweeëntwintig-honderd personen naar het Oosten vertrokken. Onze rust heeft dus slechts drie weken geduurd. Met dit transport zijn driehonderd zieken meegegaan en honderdvijftig s-gevallen, ondergedokenen die gisternacht waren aangekomen en zo als ze reilden en zeilden, zonder enige uitrusting, zijn doorgezonden. Twee mannen hebben in mijn barak vanochtend vroeg een poging tot zelfmoord gedaan. Mislukt: de een heeft zijn halsslagader verwond, de ander werd voor dat hij de hand aan zichzelf zou slaan het mes uit de hand gewrongen. De stationsarts heeft prachtig ingegrepen. Lugubere stemming, grote bewogenheid. Nu het transport weer voorbij is en de normale sfeer weer is teruggekeerd, is het alsof een woedende zee is gaan liggen na een brullende orkaan. De barakken zijn nog altijd stamp vol. Een Jood die heeft verzocht hem op de lijst-Puttkammer te plaatsen is zestigduizend gulden gevraagd voor zijn ‘Zurückstellung’, een andere een halve ton. In beide gevallen zijn het s-mannen. De een heeft de eis afgewezen, hij laat het erop aankomen, de ander overweegt nog wat hem te doen staat. Vandaag van een Christen uit Amsterdam een doos vol tomaten ontvangen met een begeleidend briefje, waarin staat: ‘Er zijn haast geen tomaten te krijgen. Zelf had ik < er > totnutoe drie, de kinderen van mijn zuster niet één.’ Aandoénlijk van zorg en opofferingsgezindheid. Grote opwinding over de dood van Generalkommissar Fritz Schmidt, die op een dienstreis in Frankrijk het slachtoffer zou zijn geworden van een ongeval. Men herinnert zich met bitterheid, dat hij in redevoeringen heeft verklaard, dat de Joden in Polen hard zouden moeten werken en puin zouden moeten kruien en dat hij niet zou rusten voordat de laatste Jood uit Nederland zou zijn verdwenen.

woensdag 30 juni Vandaag is een schaakcompetitie begonnen.

Tevens grote schoonmaak. Vanmorgen vroeg, na het ontbijt, zijn vijftig bedden uit de dubbele middenrij naar buiten gedragen, in het straatje tussen twee barakken. Aan elke zijde vijfentwintig bedden. In de heerlijke, glanzende zon. Op de achtergrond prikkeldraad. Daarachter de heide. Verspreid kruiwagens. Alle patienten, die lopen konden, in hun colbertje en pantalon, die onder het hoofdkussen vandaan werden gehaald. De anderen bleven op de bedden. Een beweging en een leven in het straatje als van kwetterende mussen. Schaakpartijtjes hier en daar. Zonnebaders. Middagmaal in de openlucht: stamppot in blinkende pannetjes.

Politiserende groepjes mannen, midden in het straatje. Onopgemerkt verschijnt, met zwart, geplakt haar, een ongesterde man, een gebruind, onbeduidend jongmens van even twintig met één arm en een zwabberende mouw, en een wat slepend been. Hij hobbelt het straatje door zonder één opmerking, zonder naar links te kijken of naar rechts. Consternatie


62

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.