In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



kinderen per week gesteld. Een voorbeeld van behandeling van zieke kinderen: een kindje wordt met middenoorontsteking per open autobus naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen vervoerd, zonder begeleiding, noch van de vader, noch van de moeder. Het oor wordt doorgeprikt, het kind wordt direct na de operatie weer op de autobus naar Westerbork gezet, waar de vader het aan de ingang van het kamp in ontvangst kan nemen. Het kind was zes maanden vrijwel aan één stuk door ziek geweest, griep, angina etc. Middenoorontstekingen, keelontstekingen, infecties van verschillende < organen > komen veelvuldig voor. Het klimaat is slecht, ruw, veel stof.

Gistermiddag kleine sensatie tijdens het clandestiene rookuurtje in het waslokaal, corpulente, weldoorvoede man met grote blauwe ogen komt aangesloft in overhemd zonder boord en onderbroek. ‘Mag ik me even bekend maken, mr. Zo-en-zo, raadsheer van het Hof te R.’ Grote belangstelling. Geen kleinigheid. Geweldige aanwinst voor de ‘Plutocratenclub’ met haar supporters. Zonder ballotage toegelaten.

De ‘Plutocratenclub’ bestaat uit een tandarts, een stuk of wat kooplieden, een journalist, allen wandelende patienten, die een kampvriendschap gesloten hebben; de supporters zijn eveneens van diverse pluimage.

‘Ja, mijne heren, ik zag u daar zo gezellig staan en ik gevoel mij hier nog lang niet op mijn gemak, ik dacht, ik zal mij maar bij u aansluiten.

U vergeeft mij wel mijn summiere kleding. Ik was het óók anders gewend! ‘We zien wel dat u van goede kom-af is.’ ‘Ik ben verbaasd over uw opgewekte stemming. Dat begrijp ik niet, maar dat zal wel aan mij liggen.’ Dan moet u maar veel bij ons komen, dan zult < u > wel zien dat het best gaat.’ Een gek geval: wij hebben wat medelijden met de grote man, die hooggezeten over zovele mensen recht heeft gesproken en nu als een onbeholpen, zielig mens in zijn onderbroek voor ons staat.

‘Had u ook niet kunnen dromen.’ ‘Nee, en ik heb gedacht: och, ze zullen me wel laten zitten, me niet wegvoeren. Maar ze hebben me gewoon van huis gehaald.’ ‘U zult ook wel niet mild over de Moffen denken. Ik kan ze wel de strot afbijten.’ ‘Zit je weer op je stokpaardje? Leer je het nu nooit? Je bent eenvoudig infantiel.’ ‘Infantiel of niet infantiel, als het er straks op los gaat, en ik de kans krijg, doe ik mee. Maar dat wél.

Ik rijg ze aan repen, verdomme! Jullie hebben geen bloed in je sodemieter!’ ‘Als je je niet kunt verheffen boven de ploerten, die je dit aandoen, dan ben je ook niet veel beter. Als je < zo > begint kun je een hoop Joden meteen mee de weg uitnemen. Daar zit ook een hoop schoelje onder.’

‘Kan me niks verdommen, maar m’n wraak moet ik hebben.’ ‘Dat is jouw zaak, maar je bent ’t toch zeker wel met me eens, dat wie heer wil zijn, niet tegelijk straatveger zijn kan. In geen enkele revolutie nog is het vuile werk door heren gedaan. Ook Hitler en zijn trawanten doen het


45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.