maandag 20 december Scholen Engelse en Amerikaanse vliegmachines boven Westerbork. Telkens doken uit het niets nieuwe formaties op als vissen, concentrisch zich richtend op de leider. Jagers vlogen als serpentines om de bommenwerpers. Hartverheffend gezicht, niet wegens het doel, waarop zij afgingen, maar esthetisch. De esthetiek in de techniek. Geen vogels, die door de beweging van de vleugels, geen vissen, die door de beweging van de vinnen en de staart een esthetisch effect teweeg brengen, maar starre machines, die slechts door onzichtbare spankracht van binnenuit voortbewogen worden.
De esthetiek zit in het verband der formatie, in de zwenking, in de combinatie van machine en rookkolom, in de snelheid van de vlucht. Algemene opgetogenheid, bij menigeen verrukking,
dinsdag 21 december Redevoering van controleur in barak 57, die van het foliën-sorteren. Kwam op het volgende neer: het Bureau voor nonferro-metalen te Den Haag, dat het toezicht heeft op het metaalbedrijf in Westerbork, is niet tevreden met de produktie, die het foliën-lezen oplevert. ‘Indien deze produktie in de naaste toekomst niet beter wordt, bestaat de kans, dat de dagelijkse werktijd tot acht uren verlengd wordt. Gij zult dat dan aan u zelf te wijten hebben en niet kunnen zeggen, dat ge niet tijdig gewaarschuwd zijt. Gij wordt niet gedonderjaagd; gij werkt onder toezicht van bevriende ploegbazen.
Weet dat te waarderen!’ Een beetje verbouwereerde gezichten: hoe moeten wij dat opvatten? Moeten wij er een beetje een lolletje van blijven maken zoals totnutoe, al deden wij dan ook nog een heleboel, of moeten wij op de invite ingaan en het dreigement voor ernstig nemen? Een probleem: er zijn mannen en vrouwen, die redeneren: hoe minder ik voor de Duitsers doe, hoe liever ’t me is. Ze wensen hun vijanden niet te helpen, hun bondgenoten geen afbreuk te doen. Dat is de theorie. De praktijk spreekt een hartig woordje mee. Het kamp is officieel werkkamp geworden, dat, naar men zegt, aan vier- à vijfduizend kampingezetenen in het metaalbedrijf vast werk kan verschaffen en hen daardoor vrijwaart voor deportatie naar Polen. Dat is ook een overweging, die de moeite waard is. Indien deze arbeiders in staat zijn, een produktie-capaciteit te bereiken en te handhaven, die voor de Duitse autoriteiten gewicht in de schaal legt, dan blijft het kamp voortbestaan. Zijn zij daartoe niet bij machte, dan wordt het kamp opgeheven, en gaan zij alsnog naar Polen. Kenners van het bedrijf beweren, dat het hele geval niet veel om het lijf heeft, maar dat het Bureau voor nonferro-metalen de zaak opblaast, en de Duitsers suggereert, dat er wat inzit, om zodoende de Joden in de kaart te spelen: van het beetje verf, dat de aluminium, die uit het zilverpapier wordt getrokken,
237