In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



in de linkerbovenarm. Gesprek met een vrouw in gebukte houding achter de tralies in de gevangenis door een gebroken ruit. ‘Hoe is u hier in gekomen?’ ‘Ik ben een Arische, de vrouw van een dokter. Mijn man is half-Arisch en zit in het concentratiekamp in Vught. Mijn zoon is in Arbeidsdienst geweest en heeft zich in een brief aan mijn man onvriendelijk daarover uitgelaten. Uit rancune heeft men toen mij met mijn gezin hierheen gebracht. Bij een woordenwisseling bij aankomst heeft de Untersturmführer gezegd: ‘Uw man ziet er toch zeker uit als een Jood!’ Daarop antwoordde ik: ‘U ziet er meer uit als Jood dan hij.’ Ik kreeg toen van de Untersturmführer een stomp. Waarop ik zei: ‘Je bent een held; je moet naar het Oostfront.’ Daarvoor zit ik nu hier in deze gribus.

Maar klein krijgen ze me niet.’ ’s Avonds kan men achter de tralies in het licht van de cel mannen zich in gebukte houding zien bewegen als bavianen achter de tralies van hun kooi in de dierentuin. Vrienden smokkelen hun door de gebroken ruiten brood, lekkernijen en sigaretten toe, zoals men bavianen lekkernijen door de tralies aanreikt. Afscheid van mannen en vrouwen van vrouwen en mannen, van zusters en broers achter de strafbarak in de modder. De mannen en vrouwen gaan morgen op straftransport naar Polen. Zij mogen aan de vooravond van de reis geen bezoek ontvangen, zij mogen ook niet meer met oogluikende toelating van de bewakende, in lange, blauwe capes gehulde o D-ers aan de voorkant aan de slagboom of achter het prikkeldraad met hun familieleden en vrienden praten. Dus laatste afscheid aan de achterkant, tegenover de latrine, tussen twee rijen prikkeldraad met daartussenin niemandsland van drie meter breed. Aan de ene kant de indigo-scharlaken boeven, aan de andere kant de civilisten, met in de modder vastgezogen voeten, op de achtergrond een natte was, in de vallende avond. Geschreeuw van prikkeldraad tot prikkeldraad, dwars door elkaar heen. ‘Ik ga morgen weg, vàst! Ik zie er erg tegen op.’ ‘Wees nou niet zo slap.

Anders ben je toch ook wel flink. Kop op, meid!’; ‘Och, alstublieft, roept u voor mij even Daniel Belinfante naar buiten. Van de Post!’

‘En voor mij Emil Cohn!’ ‘Belinfante en Cohn. Zal zien of ik ze vindt.’; ‘Heb je van vader nog wat gehoord?’; ‘Heb je nog wat nodig?

Heb je brood genoeg? En boter?’; ‘Zijn er nog sigaretten te krijgen?

Ik heb niets.’; ‘Ik kan niks verstaan, van het lawaai.’; ‘Jaap gaat ook op transport. Er zijn vanmiddag twee ontvlucht. Een hebben ze weer gepakt. De ander is nog weg. Nu gaan we allemaal op transport.’; ‘Is er oorlogsnieuws?’ ‘Ze nemen gauw een miesjemesjinne in.’ ‘Ja, maar voor ons duurt het te lang.’; ‘Roept u voor mij even Jaantje Druif naar buiten. Jaantje Druif!’ ‘Ja, straks.’; ‘Nu dag, kop op, we zien elkaar gauw terug! Dag. Da-ag!’; ‘Ik ben stijf van de kou.’; ‘Hoe gaat het met moeder in het ziekenhuis? Doe haar mijn groeten en zeg haar, dat ik mij goed


201

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.