In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



een troep van naar schatting dertig jonge vrouwen in blauwe overalls en met rode hoofddoeken voorbij rondom een grote boerenwagen, die zij duwen, geladen met radio’s. De zon schijnt, de vrouwen zijn vrolijk, zien er gezond uit. Bloeiende korenbloemen. Gisteren deden mannen hetzelfde. De radio’s, van Drentenaren afkomstig, worden van de ene barak naar een andere verhuisd. Waarom, weet niemand; vermoedelijk om werk - improductief werk - te scheppen. Vanmorgen een nieuwe blauwe stempel gekregen wegens mijn half-Arische dochter, met de aanwijzing: u gaat met het eerstvolgend transport, dat naar Theresienstadt vertrekt, mee. Dat zal nog wel even duren. Ik behoor tot de gelukkigen, die van hun s zijn afgekomen zonder daarvoor een cent te betalen en die zonder enige stempel lang op Westerbork zijn gebleven - donderdag a.s. wordt dat al elf maanden - en die tenslotte ook nog zonder een rode cent onkosten een blauwe stempel verkrijgen. Honderdduizenden guldens zijn betaald om de gehate s kwijt te raken en stempels te verkrijgen, die later vaak weer teniet werden gedaan.

De geldstempels blijken in de praktijk de slechtste, de onbetaalde de beste. Men vraagt mij elke dag tien keer: wat doet u eigenlijk? Ik doe eigenlijk niets, dat wil zeggen, ik ben bij geen enkele tak van dienst ingedeeld.

Ik ben weliswaar officieel ter beschikking van de Beslechtingscommissie, maar sinds de plannen ten opzichte van het kamp gewijzigd zijn en het de bedoeling schijnt, het kamp tenslotte te liquideren, valt er niets meer te beschikken: de arbeid van de verzoeningscommissie is voorlopig opgeschort. Op mijn Arbeidskaart is officieel genoteerd, pas onlangs: 33. Dat is dan blijkbaar de aanduiding: ter beschikking. Intussen leef ik hier in mijn oude stijl: als journalist, ga het kamp rond, zit in alle hoeken en gaten, spreek met mensen, en houd mijn dagboek geregeld bij.

Tussen de bedrijven door speel ik schaak, op mijn oude zak-schaakbordje, dat nu al bijna vijfentwintig jaar oud is en waarop ik in de nacht zovele partijtjes met mijn collega’s van de krant heb gespeeld. Op het ogenblik ben ik verdiept in twee competities. Het antwoord op de vraag: wat doet u eigenlijk is niet zo eenvoudig. Meestal maak ik mij er met een grapje af: ‘Van alles en nog wat!’ of ‘Ik werk in opdracht.’ Niemand begrijpt dat, men kijkt me verwonderd aan, maar vraagt niet verder.

Ik kan toch niet tegen iedereen zeggen: ik schrijf een dagboek, dan was dat al gauw op de Kommandatur bekend en liep ik kans ter verantwoording te worden geroepen. Wat gevaarlijk is. Dagboeken schrijven is hier verboden, behalve voor onnozele halzen, die als volgt beginnen: ‘Toen ik op die-en-die datum hier in Westerbork kwam, enz.’ Totnogtoe schijnt de Obersturmführer niets gehoord te hebben omtrent mijn clandestiene werkzaamheid. Slechts een klein getal ingewijden weet ervan af, maar die houden ook niet allen hun mond dicht.


179

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.