Lippmann & Rosenthal hen plunderden, een choeppoh (kerkelijke huwelijksinzegening) in barak 35. Hij in keurig colbert, met witte aster in het knoopsgat, zij met witte sluier, beiden ernstige mensen van distinctie. Een paar honderd belangstellenden. Kerkelijke gezangen, een toespraak, toepasselijk op deze tijd, plechtige voorlezing en tekening van het huwelijksverbond. Dit huwelijk is voorlopig slechts een getuigenis, want als man en vrouw mogen deze jonge mensen hier niet leven, daartoe bestaat niet de mogelijkheid. De straf, aan de bewoners van de strafbarak opgelegd, houdt verband met het simpele feit, dat bezoekers het signaal der o D-ers hebben genegeerd en hun bezoek gerekt hebben.
donderdag 30 september Professor Cohen is gearriveerd. Hij is ondergebracht in barak 62, een doodgewone barak. Asscher is ondergebracht in barak 61, eveneens een doodgewone barak. Sluzker in 64. Zij liggen tussen de massa in, op een ruige matras, met hun armzalig beetje bagage om zich heen, gepest door de vlooien. Gisteren zijn in totaal drie transporten binnengekomen, twee uit Amsterdam, een uit Barneveld, met in totaal achtentwintighonderd mensen. Zowat de laatsten der Mohikanen. De Duitse autoriteiten hadden zich voorgesteld, en ook bekend gemaakt, dat Amsterdam de 15de juli Judenrein zou zijn. Het is nu 1 oktober en Amsterdam is toch nog niet helemaal Judenrein.
Het is, naar het schijnt, toch nog niet zo eenvoudig om dat te verkrijgen. Vele Joodse intellectuelen zijn het kamp binnengestroomd: uit Amsterdam een gedeelte der 120.000-stempels. Het doet denken aan de grote loterij. De 120.000-stempel is de stempel, die hetzij de vroegere Wehrmachtstempel heeft vervangen, hetzij uitgereikt is aan Joden, die bijzondere relaties in Duitse kringen hebben, hetzij aan Joden, die met geld (diamant) konden betalen. Pecunia non olet. Maar in Amsterdam konden de bevoorrechten niet blijven. Zij hadden daarop toch wel zo vast gerekend, dat, toen de mannen van de Inquisitie kwamen om ze op te halen, velen hunner hoegenaamd niets gereed hadden voor hun transport. Onbegrijpelijke luchthartigheid of goedgelovigheid tegenover de duidelijke verklaring der Duitsers, dat Amsterdam van Joden totaal gezuiverd zou worden. Als totaal berooiden kwamen de Joden hier aan. Uit Barneveld is het neusje van de zalm gekomen: zevenhonderd mannen, vrouwen en kinderen, die allen tezamen in barak 85 zijn gehuisvest, in de barak, die bestemd was voor de ‘witte Joden’. Achter prikkeldraad.
Er zijn mannen en vrouwen bij met namen, die klinken als een klok: geleerden, kunstenaars, bedrijfsleiders. Maar ook zeer velen, de meesten, van wie de wereld nog nooit had gehoord en die toevallig in de buurt woonden van hen, die zeggenschap hadden bij het opstellen van de lijst-Barneveld. Niets was voor deze uitverkorenen voorbereid: geen tafels,
174