In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



zoals eergisteren. Waarvoor schillen al die vrouwen in ’s hemelsnaam aardappels als ik ze toch in de schil moet eten en ze dientengevolge nu niet eet? Onbegrijpelijk, zoals zoveel in Westerbork onbegrijpelijk <is >. Voor alles staat men hier in de rij, zoals men in een communistische samenleving nu eenmaal in de rij staat. In zekere zin is het hier een communistische samenleving: allemaal gelijk, dezelfde rantsoenen, centrale keuken, allen in de rij. Voor het brood, voor de boter, voor de soep, voor de bonen, voor het bad, voor heet water, voor de kapper, voor alles. Ook in dit opzicht, dat in de centrale keuken, en in alle centrale keukens, veel aan de strijkstok blijft hangen, dat in menig huisje de soep, de boter, het brood het dubbele van de normale portie bedragen, dat vlees en andere waren, die niet voor de grote massa bestemd zijn, naar plaatsen hun weg vinden, waar zij volgens het beginsel der gelijkheid niet horen. Men staat hier ook in de rij voor de was, niet om ze te ontvangen, maar om ze in te leveren. Vanmorgen stond een stoet van vijftig man voor de wasinleveringscentrale. Ieder die zijn was inlevert, kan niet volstaan met een eenvoudig lijstje van goederen, die hij aanbiedt. Nee, hij zou wel eens meer kunnen opschrijven dan hij in werkelijkheid inlevert. Een vrouw telde de dienstdoende ambtenaar honderdvijfenveertig stuks voor, zoveel lakens, zoveel handdoeken, zoveel directoirtjes, die allemaal zijn neus passeerden. Haast een leuk spelletje. Deze maatschappij is arm aan goederen. Derhalve is iedereen verplicht, zijn bundeltje was te openen en voor te tellen en aan te tonen wat hij brengt. Een omslachtig proces, dat files kweekt. En dat het leven vermoeit. Gisteravond cabaret voor s s-officieren, die het kamp kwamen bezoeken. Ehrlich, de conferencier, had het volgende grapje: ‘Meine Herren, wir stammen Alle von Abraham ab; Verzeihung bitte, ab zweiter Reihe allein.’ Op de twee eerste rijen zaten slechts Ariërs; daarna kwamen Joden.

zondag 15 augustus Gistermiddag gesprek onder vier ogen met Schlesinger in diens bureau. ‘Spielen Sie Schach, Herr Schlesinger?’

‘Nein, keine Zeit.’ ‘Jammer, echt een spel voor u. Schaak is een fijn spel van het evenwicht, voor sterke geesten. Het is < een > spel van de oorlog.’ ‘Ja, dat weet ik, met de messen op tafel. Maar ik heb te veel te doen.’

‘Ik speel het haast iedere dag. Maar sedert ik het ziekenhuis verlaten heb, heeft het niet meer zo’n sterke bekoring; ik heb nu te zwakke tegenstanders.’ ‘Ik speel hier ook met te zwakke tegenstanders.’

‘Dat dacht ik wel: u is een man van de oorlog en u hebt behoefte aan sterke tegenstanders.’ ‘Richtig.’ ‘Ik leef overigens hier over alles heen, over alle vuiligheid.’ ‘Dat doe ik ook. Men kan zich hier innerlijk vrij gevoelen.’ ‘Ondanks het prikkeldraad. Ik kan met plezier naar de mensen staan kijken, naar de hei. Ik heb mij altijd vrij gevoeld in alle omstandigheden


125

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.