De invloed van de politiek op tooneel en film.
— — - ♦-
HET Russische tooneel heeft, evenals het Russische communisme, hoe langer hoe meer een streng-begrensd nationalistisch karakter gekregen. Het tooneel is gebonden aan de aanwijzingen van de bolsjewistische dictatuur, heeft tot taak, samen met andere openbare instellingen, waarover de bolsjewistische regeering beschikt, propaganda te maken voor het politiek-economisch doel der bolsjewisten. Dat men het recht heeft, deze kunst met tendenz-kunst bij uitstek te bestempelen, is nauwelijks voor betwisting vatbaar.
Inderdaad vindt men op het tooneel alle wendingen en schommelingen terug, die het politiek-economisch proces van den Sovjet-staat heeft doorgemaakt, met als eindpunt steeds opnieuw: de verheerlijking van datgene wat het Sovjet-bewind uitdenkt en uitvoert. In den aanvang, tijdens de revolutie en in de periode kort na de revolutie, had de tendenz, getrokken uit het geweldige feit van de revolutie zelf, die alle revolutionair-voelenden medesleepte en op het artistiek vermogen een onstuimig beroep deed, een groote geestelijke bekoring. Men leefde in het heldentijdperk der revolutie, dat zich graag voor het voetlicht afspiegelde en herhaalde.
Sedert is de groote vaart der revolutie geluwd en is deze verkeerd in een arbeidsproces, waarin de persoonlijke heldenmoed geen rol meer speelt, de persoonlijkheid juist ondergeschikt wordt gemaakt, alleen de harde economie telt, de techniek, het mechanische op den voorgrond treedt. Erkend dient dat het rhythme van het arbeidsproces zelf eveneens een groote vaart heeft ontwikkeld, die in het Russische volk een nieuwe, groote spanning heeft gekweekt, dat de conflicten, die uit de botsing van nieuwe economische behoeften eenerzijds en passief verzet en politiek zelotisme anderzijds voortvloeien, vaak een sterke dramatische kracht bezitten. Het tooneel is feitelijk echter volkomen onder den invloed van de dagelijksche economische behoeften des lands gebracht en de censuur der regeering op het werk der tooneelschrijvers is uiterst dictatoriaal geworden. Dat er proletarische tooneelschrijvers zijn, die door het rhythme van het arbeidsproces en de dramatische sociale conflicten geïnspireerd worden, is uit het werk onmiskenbaar, doch dat de censuur voor vele kunstenaars veel verder gaat dan het werk van den vrijen, scheppenden kunstenaar gedoogt, de wrijvingen en conflicten die er nog steeds voorkomen, wijzen er op.
Hoe sterk de tooneeldictatuur werkt, kan blijken uit het enkele feit dat tegenwoordig een heele reeks stukken in een reeks schouwburgen op gelijksoortige wijze hetzelfde onderwerp behandelen. De ontwikkeling van de politieke lijn is inderdaad zóó snel verloopen, dat het tooneel deze ontwikkeling feitelijk niet heeft kunnen bijhouden.
* *
#
Het officieele tooneel steekt nog half in het heldentijdperk der revolutie: uitbeelding van revolutionaire episoden, ofschoon de praktijk daarmede heeft afgerekend. Het laat op den volksgeest, die vóór het vijfjarenplan gedrenkt is met deze tafereelen, geen diepe sporen meer na. Men kan zich echter voor-
72