Volksopvoeding en economie. ♦
EEN moeilijk probleem, waarvoor de bolsjewistische regeering zich gesteld zag, was de bestrijding van het analfabetisme, dat het tsaristische Rusland haar als droevige erfenis had nagelaten. Een der grootste winsten, waarop de bolsjewistische revolutie mag bogen, is, dat zij het analfabetisme grootendeels heeft overwonnen, dat zij den grondslag heeft gelegd voor algemeen volksonderwijs. Men moge het uitgangspunt en de practijk van de volksopvoeding goedkeuren dan wel verwerpen, het feit dat de bolsjewisten in nauwelijks tien jaren millioenen uit hun geestelijke achterlijkheid hebben opgeheven, is op zichzelf van onmiskenbare beteekenis voor Ruslands toekomst. De bolsjewisten moesten, ten behoeve van hun industrieele plannen, waarvan het welslagen aanzienlijk afhangt van de beschikking over behoorlijk onderlegde arbeiders, de volksopvoeding wel op dezelfde uitgebreide schaal en in hetzelfde geforceerde tempo ter hand nemen als zij deze plannen uitvoerden, doch het belangrijke is dat het is gebeurd.
Het bovenmenschelijke van hun taak blijkt uit het enkele feit, dat vóór den oorlog van de Russische legerrecruten niet minder dan 62 percent analfabeet was tegen vier percent van de Fransche, één percent van de Engelsche en een twintigste percent van de Duitsche. In tsaristisch Rusland kon derhalve slechts veertig percent der jonge bevolking lezen en schrijven. Thans kan van degenen tusschen 16 en 34 jaar meer dan zeventig percent lezen en schrijven, van degenen die ouder zijn dan vijftig jaar 27J percent. In 1931 ontvingen tot 1 Sept. twaalf millioen volwassenen onderwijs; het vorig jaar leerden 10 millioen lezen en schrijven. Het aantal kinderen dat de lagere school bezoekt, is van 7.250.000 in 1914 gestegen tot 16.250.000 in 1931. Dit jaar hoopt men het analfabetisme in het algemeen definitief te liquideeren.
Het aantal leerlingen van middelbare scholen is gestegen van 565.000 in 1914 tot 4.800.000 in 1931, het aantal studenten aan de universiteiten van
125.000 tot 364.000, het aantal aan de universiteiten studeerende arbeiders bedraagt 333.000, het aantal leerlingen van vakscholen beloopt 1.717.000, het aantal z.g. fabrieksleerlingen bijna twee millioen. De onderwijsbegrooting is gestegen van 38 millioen roebel tot 3.516 miljard, of 1.758 miljard in voor-oorlogsche roebels.
Dit zijn enkele grepen uit de eindelooze cijferreeksen, die ons op het departement van onderwijs te Moskou werden voorgelegd ten bewijze, dat het onderwijs in Sovjet-Rusland sedert de laatste jaren geweldige vorderingen heeft gemaakt. De nieuwe scholen, die de bolsjewisten den bezoeker van Sovjet-Rusland toonen, zien er goed uit, en wat men door het land trekkend waarneemt geeft den indruk, dat er vele goede onderwijsinstellingen zijn, die den toets van ernstige critiek best kunnen verdragen. Ook de schoolkinderen, die wij op onze tochten ontmoetten, zagen er goed verzorgd en opgewekt uit. Hebben wij juist waargenomen, dan begint zich, dank zij de zorg voor de lichamelijke ontwikkeling van het kind, dat al vroeg op Spartaansche wijze de sport beoefent, uit het compacte,
66