VOORWOORD.
„Die Tagespresse eines Volkes ist nicht irgendeine Seite des nationalen Daseins, sondern is das Leben in seiner Einheit und Allseitigkeit, ist Uni-versalität.” — Otto Groth.
„Die menschliche Ratio ist der realen Welt nicht
kommensurabel. Die gedachte, die rational erfasste
Welt ist und bleibt anders als die Welt selbst......
Rationalisierung ist immer nur eine Wahrheit von
gestern, die allein dann endgültig und absolut wäre,
wenn kein Morgen mehr neu sein eigenes Recht forderte”. — Gerhard Men z.
DE kroniekschrijver van het heden ziet de wereld waarin hij leeft van zijn uitkijkpost aan het einde van het, verleden en aan het begin van de toekomst. De ontwikkeling die voorafging bepaalt veelal zijn plaats, zijn overtuiging, zijn ontvankelijkheid, zijn verdraagzaamheid of vooroordeel; hij reconstrueert er lijnen uit van wording,
groei, curves met hoogte- en laagte-punten. Lijnen die hij door het heden
in de toekomst probeert te volgen, teneinde den koers te meten dien de wereld
gaat. En daarbij is het heden steeds een phase in de curve, een overgangstoestand, die op zichzelf weer een complex van krachten en invloeden is, waaruit tenslotte de resultante elk oogenblik weer de verdere richting zal bepalen. Materieele, cültureele, geestelijke krachten en invloeden, botsend en strijdend onderling in den maalstroom van den tijd, meedoogenloos voortschrijdend, vernietigend of bevruchtend, hervormend of omverwerpend, scheppend of vernielend nieuwe en oude normen, meesleurend tot nieuwe uitersten.
De kroniekschrijver van het heden — en het dagblad is een dagelijks
weerspiegelend instrument met universeele aandacht — kan de blikken voor
dien stroom niet sluiten. Hij zit er midden in, en volgt hem in zijn baan, met zijn oogen — zoo ware zijn figuur in idealen vorm — onbevangen open. En in het logboek van zijn wilde reis noteert hij dan zijn waarnemingen, zoo eerlijk, maar ook zoo subjectief als bepaald wordt door zijn eigen verleden. Als goed kroniekschrijver zal hij echter trachten om zoo objectief mogelijk te zien, te oordeelen en te boekstaven. Want hij behoeft als waarnemer van zijn eigen tijd daaraan geen plaats te wijzen in de historie. Dat zullen jongeren, nu nog ongeborenen, doen, voor wie het heden overzichtelijk verleden zal zijn. De kroniekschrijver van het heden is reeds een verdienstelijk scribent, wanneer hij er in slaagt om elkele componenten der krachten en invloeden die het heden vormen, te belichten. De resultante van elk moment
5