Een volk bouwt zijn huis

Titel
Een volk bouwt zijn huis

Jaar
1933

Druk
1933

Overig
1ed 1933

Pagina's
104



Het incident van den klaagmuur.

ER zal een dag komen, dat Palestina door het Zionisme de Balkan zal zijn van het Naburige en het Verre Oosten zoover het Mahomedanisme reikt.” Aldus Jamaal Hoesseini, de secretaris van den Hoogen Mahomedaanschen Raad, honorair secretaris van de Arabische Executieve in Palestina, in een onderhoud, dat hij mij toestond in een der gebouwen in de nabijheid van de Haram-el-Sjerif, de Rotsmoskee, op de Tempelplaats. Deze uitspraak, in allen eenvoud, zonder pathos gedaan, heeft diepen indruk op mij gemaakt, niet omdat zij opzichzelf zooveel behoefde te toeteekenen, doch omdat zij treffend de spanning vertolkte, die overal in het land viel waar te nemen. Uit de tallooze gesprekken, die ik heb gevoerd met vertegenwoordigers uit alle klassen der samenleving, zoowel met officieele vertegenwoordigers der Joodsche bevolking als met die der Arabische, zoowel met Engelsche bestuursambtenaren als met Joodsche en Arabische particulieren, behield ik den indruk, dat Palestina nog steeds min of meer electrisch geladen is en dat er eigenlijk maar een betrekkelijk kleine vonk noodig is om een ontlading te veroorzaken.

Neemt men de geschiedenis van de laatste vijftien jaar onder de loupe, dan ziet men twee merkwaardige verschijnselen, ten eerste dat de uitbarstingen, die hebben plaats gehad, in kracht en hevigheid zijn toegenomen, ten tweede, wat wellicht uit een algemeen oogpunt belangwekkender is, dat bij deze uitbarstingen het religieuze element een rol van groote beteekenis heeft gespeeld. Wat de hevigheid dezer uitbarstingen betreft, daarvan raakt men onder den indruk wanneer men bijvoorbeeld te Safed, geïsoleerd gelegen hoog in de bergen in het Noorden des lands, plotseling voor een heele rij nieuwe huizen staat, die na de onlusten van 1929 moesten worden gebouwd ter vervanging van de huizen, die de Arabieren met den grond hadden gelijk gemaakt. Wat het religieuze ferment hetreft, daarvan getuigen niet slechts uitingen van de leiders der Arabieren, doch de geheele gesteldheid van Palestina met zijn ongetelde Heilige Plaatsen, waarbij zoowel het Jodendom, het Christendom als het Mahomedanisme sterk geïnteresseerd zijn en waarover de Arabieren, als de voorhoede van het Mahomedanisme, angstvallig waken.

Opmerkelijk is, dat alle uitbarstingen van de Arabieren tegen de Joden begonnen zijn gedurende de viering van heilige dagen en onder vrijwel denzelfden oorlogskreet. De geschiedenis moge hier haar getuigenis afleggen. De eerste uitbarsting had plaats reeds kort na de afkondiging van de Balfourdeclaratie, nl. in April 1920, gedurende het Joodsche Paaschfeest. Met Paschen valt samen Nebi Moesa, een door de Mahomedanen in afwijking van hun kalender bedachte feestdag ter eere van den Profeet Mozes, waarop de boerenbevolking van de districten Jeruzalem, Hebron en Nabloes eerst in de Heilige Stad tezamen stroomt en daarna een pelgrimstocht maakt naar een bepaalde plaats in de wildernis van Judea. De menigte werd bij haar aankomst in Jeruzalem opgehitst tegen de Balfourdeclaratie en beweerde voorgenomen overheersching der Zionisten,

77

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.