Jerosche

Titel
Jerosche

Jaar
1959

Druk
1998

Overig
3ed 1998

Pagina's
311



Jerosche (= erfenis). Jiddische spreekwoorden en zegswijzen uit het Nederlandse taalgebied (1959, 1970) is het belangrijkste werk dat over het in Nederland gesproken Jiddisch werd geschreven. Het is er één uit een serie van Beem over dit onderwerp, die verder bestaat uit: Resten van een taal. Woordenboekje van het Nederlandse Jiddisch (Assen, 1967, 1975) en Uit Mokum en de mediene. Joodse woorden in Neder-landse omgeving (Assen, 1974).

Van het Nederlandse Jiddisch kan men nu inderdaad nog slechts resten horen, maar dankzij Beem en een aantal anderen is veel van de erfenis bewaard gebleven. Die anderen zijn onderzoekers of geïnteresseerden wier werken meest staan te verstoffen in bibliotheken. Beems boeken echter slaan aan, niet alleen bij de naoorlogse joodse gemeenschap, maar ook bij jongeren met belangstelling voor de cultuur van hun voor-ouders.

Naast boeken zijn er ook enkele bandopnamen met gesproken Nederlands Jiddisch, maar die zijn zeldzaam. Ik neem de vrijheid van een van deze bijzondere opnamen twee fragmenten weer te geven:

(...) Es woor aanmool aner der woor taab. Ist aan daarsjen gekom-men, hot ,n droosje gehalten, hot er niks verschtannen, hot er saan chawwer gefroogt: ‘Was hot der rebbe gesaagt?’ Hot der chawwer gesaagt: fDer rebbe hot gesaagt men meeg an shabbes nit ans feier kommen...' Maar der rebbe hot gedaarsjt wegen Nidde. Hot er gesaagt: (Gans shein!’ Ist zu der rebbe gegangen, hot er gesaagt: ‘Sjkouch, rebbe, du hot ganz schein gedaarsjt, aber dauf ihm hob ich a sjikse.3

[Er was eens een man die doof was. Op een dag kwam er een rabbijn een preek hou-den. (Dat was iets bijzonders, want veel kleine joodse gemeentes hadden geen rabbijn of zelfs maar iemand die een behoorlijke preek kon houden.) Hij hield zijn preek, maar de dove had er niets van verstaan. Hij vroeg aan zijn vriend: ‘Wat heeft de rab-bijn gezegd?’ Antwoordde de vriend: ‘De rabbijn heeft gezegd dat het op sabbat ver-boden is aan vuur te komen.’ Dat was echter niet waar, want de rabbijn had over huwelijksreinheidswetten gesproken. Toen zei de dove: ‘Prachtig’, en ging naar de rabbijn om hem te bedanken. ‘God moge u kracht schenken, dank u wel, u hebt zeer mooi gesproken, maar niettegenstaande hetgeen u gezegd hebt onderhoud ik een niet-joodse vrouw.’]

IV

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.