132. Chillef. E chillef is e challef.
Bet: a. een wissel in een mes (op de keel). Zie M.J.V. (In deze betekenis in Nederland gebruikt), b. Zie Bernst. Aan een ruil is een nadeel verbonden (waarschijnlijk ouder). Als twee ruilen moet één huilen.
In het eerste geval is het Hebreeuwse woord: Chillef = H. chilluf = wissel - in de technische zin. In het tweede geval: Chillef = H. chilluf == ruil.
Challef H. challaf = mes, gebruikelijk bij het rituele slachten. V.P.
140. - Nascher. 17. - Bernst. 107. - M.J.V. 22 jg. blz. 14.
133. Chillek. E chillek von e onter schied.
Dat is precies hetzelfde. Er is geen enkel verschil.
Alleen spottend gebruikt. Chillek, en onterschied hebben namelijk dezelfde betekenis.
Chillek H. chilluk = onderscheid.
Onterschied D. Unterschied.
134. Chochme. Chochme schtiekent.
Wijsheid zwijgt. Vgl. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Het gaat terug op Awot III, 13. (17) De omheining der wijsheid is het zwijgen. Schtiekent, verbale vorm, gevormd van H. schetieka = zwijgen. In de Nederl. volkstaal overgegaan in de vorm stiekem. Chochme H. chochma = wijsheid. Tendlau. 825. Der Chochem schweigt. Zivy 187. D'r chochem schtiggent.
135. Chólem. Der sol aanem nit in s*n cholem kommen.
Die moge iemand niet in zijn droom komen. Gezegd van afschuwelijke lelijkerd. Ook wel van onaangenaam individu. Zelfs in mijn droom zou ik hem niet graag zien.
Ook wel: dat is er één om je een nare droom (een nachtmerrie) te bezorgen. Cholem H. chalom = droom.
136. Cholmoud. Mit cholmoud schwu'es.
Met (in) de middendagen van het Wekenfeest (Pinksteren)
Bet. Nooit. Met St. Juttemis.
Het Wekenfeest heeft nl. geen middendagen.
Cholmoud of Choulemoud = de z.g. midden- of tussendagen van het
57