wordt ״roow” vervangen door ״raaw”, naast ״sogen” komt ״sagen” naar voren, naast ״tore” en ״schore” verschijnen ״toure” en ״schoure”. Eveneens onder deze invloeden wisselen ״teines” en ״meirew” enz. met ״taines” en ״mairew”, ״neweere” wordt ten dele verdrongen door ״neweire”, ״sse” door ״zu” enz. In sommige van deze gevallen moet ook aan de invloed van Nederlandse dialekten, speciaal het Amster-damse, gedacht worden.1 Merkwaardigerwijze bewaart de Nederlandse volkstaal de Jiddische vorm ״kousjer”, die bij de Joden weer door kóscher verdrongen is.
Het wegvallen der associaties komt anderzijds tot uiting in uitdruk-kingen als charpeneschant, taab un cheiresch enz. Zie spreekw. no. 98.
In het algemeen bewaren de spreekwoorden de vormen uit de over-gangstijd van Jiddisch naar Nederlands, d.w.z. die van de eerste tien-tallen jaren der 19e eeuw, maar vaak ook houden zij veel oudere vast. Dubbelvormen, die trouwens ook veel vroeger voorkwamen, zijn in het algemeen niet verwijderd, teneinde willekeur te vermijden. Zo zal men naast ״gresser-grousser”, naast ״scheiner wie-scheiner as” aan-treffen. Naast ״wen alle jomtouwem reiden” gebruikte men ״as alle jomtouwen enz.”, ״gehot” naast ״gehobt”, ״me” naast ״man”, ״seinen” naast ״sennen”, naast ״gebt” ״gibt” enz. Voor tore naast toure, sse naast zu, der, die naast Ned. de enz. Zie boven.
Kortom een in het wild opgeschoten, in het wild verwelkende taal-plant.
§4 - VERGELIJKING DER KLANKSYSTEMEN
I. Vocalen en diftongen
1. Nhd. Ned. Jiddisch
ä (d) soms = 6 [c]
haben hobben
hat hot
lassen lösen (m.h.d. lazen).
Zo ook: gebrocht, gedocht, gehot enz. Vaak echter heeft de korte ä zich gehandhaafd, of de o weer verdrongen.
1 Vgl. voor deze en verschillende andere in deze paragraaf genoemde verschijnselen W. H. A. Koenraad (zie litteratuurlijst) en Dr. B. de Vries: Reschumot.
16