690. Mischpooche. Sserooche in der mischpooche.
Stank in de familie. Bet: Een schandvlek in de familie. Bernst. 170. Itliche mischpuche hot sich ihr ge'ss’ruchu. - Zie Bernst. Glossar 22. ״Ge’ss’ruchu = verpestete Luft, Gestank, von Hebr. (הסריח stinken). In het Nederl. Jiddisch gewoonlijk in de vorm: sseraache. Zie inleiding § 4, I, 15. Hiervan het werkw. sseraachenen. - Zie Weill 706. Sera'ha (pour סרוחא).
691. Mischt. Meer mischt as ssimche.
Oorspr. Mischtee. Meer maaltijd dan feest. Bet: Veel drukte om niets. Mischtee H. idem = maaltijd. Ssimche H. simcha = vreugde, feest. N.B. In het Nederl. wekte de afkorting ״mischt” de gedachte aan mest, afval, wat de betekenis zich in andere richting deed ontwikkelen. Cf. Tendlau. 608. Viel Mischte un wenig Simche. - Vergelijk de tekst in Esther IX : 17.
692. Mitswe. Das toot man leschèm mitswe.
Zo iets doet men alleen ter wille van de goede daad (om Gods wil). Leschèm mitswe. H. lescheem mitswa == ter wille van de goede daad. V.P. 184.
693. Mitswe-toud. Das is e mitswe-toud. Var. E mitswe-miesse.
Dat is een ״mitswe-dood”. Gebezigd van iemand, die na langdurig lijden sterft. Ongeveer: Hier is de dood een verlossing. Het is een mitswe, eigenlijk: Het is een goede daad. Mitswe H. mitswa = gebod. Later, een goede daad en erefunctie in schul. V.P. 205. - Weill 589.
694. Mokem. Meschanne mokem, meschanne mäsel.
Hij, die zijn plaats verandert, verandert zijn geluk. Bet: Een nieuwe woonplaats, brengt nieuwe kansen. Masel H. masal. Zie 149.
V.P. 211. - Tendlau. 743. idem. Brengt bronnen. - Bernst. 157. M’schane mokojm, m’schane masol-amul zum guten, amul zum schlim-masol. Zie Bereschiet Raba 44. - Drie zaken vernietigen noodlottige beslissingen .... (een daarvan is: het veranderen van plaats). -Mokem H. makom = plaats. In de vorm Mokum overgegaan in de Ned. volkstaal. Mokum olf = Amsterdam. Vaak ten onrechte opgevat als stad no. 1. Olf is hier echter niet anders dan de eerste letter van de
167